Het ontstaan van Nieuwegein in 1971

5 min

Nieuwegein maakt deel uit van de Randstad, waar zo’n 7 miljoen mensen wonen. Albert Plesman (eerste directeur van de KLM), geldt als bedenker van de naam Randstad. Tussen 1960 en 1985 was het Nederlandse groeikernenbeleid een middel om de verstedelijking van het platteland in goede banen te leiden. Rond 1960 werd verwacht dat de stad Utrecht binnen enkele decennia uit haar voegen zou barsten. Vanuit de provinciehoofdstad werd een overloop van ca. 30.000 mensen verwacht. Waar moesten deze mensen naartoe?

Al in 1954 was de ontwikkeling van Vreeswijk bestudeerd. Pas in 1959 verscheen een plan voor Jutphaas dat in 15 jaar moest uitgroeien tot een stad met 30.000 inwoners. Er werd zelfs geopperd het dorpscentrum te verplaatsen naar Nieuw-Jutphaas aan de A12. Maar beide plannen kregen al gauw concurrentie van een nieuw plan dat voorzag in een ruimere opzet. In 1958 waren Jutphaas, Vreeswijk, Houten én IJsselstein aangewezen als overloopgebied. De toekomstige satellietstad kreeg de werktitel ‘Doorslag’. Tussen 1961 en 1965 werkte de provinciale Commissie Doorslag, aan de invulling van het toekomstige woon- en werkgebied. Een stad met ca. 55.000 inwoners en een rijke, veelzijdige samenleving  waren het uitgangspunt. De Nederlandse Spoorwegen trokken zelfs een oud plan uit de la voor een treinverbinding Utrecht-Gorinchem, via de gemeente ‘Doorslag’.  

Jutphaas en Vreeswijk niet enthousiast

De burgemeesters van Jutphaas en Vreeswijk waren niet zo geporteerd van de omvorming van hun gemeenten tot satellietstad van Utrecht. Voor jhr. mr. L.E. de Geer van Oudegein, burgemeester van Vreeswijk (1946-1963), kleefde er ook nog een persoonlijk belang aan. Stedenplanners hadden namelijk hun oog laten vallen op het grondgebied rond zijn kasteel:

Ik voelde er helemaal niets voor. Als burgemeester van Vreeswijk, omdat ik vond dat het beter voor Vreeswijk was om een klein rustig dorp te blijven. Maar ook als eigenaar van Oudegein, want ik begreep wel dat de agrarische sfeer ervan verloren zou gaan. Uiteindelijk hebben we ons (…) laten overtuigen.

Jhr. mr. L.E. de Geer van Oudegein, burgemeester van Vreeswijk

Het dagelijks bestuur van Vreeswijk was al in 1963 gemachtigd alles te doen om de samenvoeging te bevorderen. In Jutphaas keek men liever de kat uit de boom. Wel vergaderden beide colle­ges van B&W al samen, maar van eendrachtig optrekken was zeker geen sprake. Op stedenbouwkundig gebied werd bei­der onafhan­kelijke opstelling gesymboliseerd in de realisatie van de laagbouwwijk Zandveld (Vreeswijk) en de hoogbouwwijk in Wijkersloot (Jutphaas).

Naamgeving

In 1966 was van hogerhand besloten tot snelle samenvoeging van Jutphaas en Vreeswijk. De provincie presenteerde de naam voor de gemeente. Was de suggestie afkomstig De Geer van Oudegein, inmiddels lid van Gedeputeerde Staten (1963-1972)? Zeker weten doen we het (nog) niet! Andere namen als Geinbruggen, Geindrecht, Geinersvaart, Geinvoorde, Nieuwersticht, Nieuwstede, Stichterbrug, Wiersbrugge, Wiersevaart of zelfs Jutwijk/Vreesphaas haalden het niet. Op 1 juli 1971 werden 6.900 inwoners van Jutphaas stadgenoten van 5.300 Vreeswijkers, onder één nieuw ge­meen­tebestuur met een even welluidende als aan de lokale historie refererende naam: Nieuwegein. Het pionieren in de polder in het hart van Nederland kon beginnen!

Geschreven door Jacques Lemmink Gemeente Nieuwegein