Gezichten van Utrecht

Het geluid van een stomme film in Utrecht

5 min

In 1919 opent het schitterende nieuwe Rembrandt theater. Bij de opening heeft dit variététheater annex bioscoop 1150 zitplaatsen en het grootste projectiescherm van Nederland. Het zijn de jaren vóór de doorbraak van de geluidsfilm. In deze periode beleeft een vergeten beroep zijn hoogtepunt: de film illustrator. Nederland kende twee grote namen. Max Tak voor het Tuschinski in Amsterdam en Ido Eyl bij het Rembrandt theater in Utrecht.

Ido Eyl gaf leiding aan een zevenkoppig orkest dat muziek live uitvoerde gedurende de film. De muziek was een door de kapelmeester van een bioscoop samengestelde collage van, veelal klassieke, muziekstukken. De muzikale omlijsting bij dezelfde film was dus in iedere bioscoop anders.

Het werk van de filmillustrator

Wekelijks ging een nieuwe film in première in het Rembrandt Theater.  Hieraan moest dus zo’n anderhalf uur muziek en geluid worden toegevoegd. Naast een ongekende repertoirekennis moest de filmillustrator beschikken over het talent om tijdens het kijken van een film directe associaties met die composities te leggen en daar intelligente keuzes in te maken. ‘Een film goed illustreren wilde zeggen: de muziek en de handeling zó scherp op elkaar afstemmen dat de aandacht van de toeschouwer uitsluitend op het filmverhaal werd geconcentreerd en men daardoor de muziek niet hoorde of zich realiseerde’, aldus Eyl.

Voor de muzikale illustraties die Eyl wekelijks maakte, waren zo’n veertig tot zestig composities nodig. Inderdaad: per film. Ter voorbereiding kon hij de film slechts één keer bekijken. Er was een gewone repetitie en daarna een generale, waarbij dus feitelijk alle veertig fragmenten en geluidseffecten die hij had bedacht moesten samenvallen met het beeld op het grote doek.

Dat hierdoor het verwachtte effect op de Wijk-C’ers uitbleef maakten zij ons wel duidelijk door luid joelend en schreeuwend hun ontevredenheid de zaal in te slingeren.

Ido Eyl

Afstemmen op het Utrechts publiek

Eyl deed zijn best om in te spelen op de verwachtingen van het (Utrechtse) publiek.

‘De grote knokscene had ik met een ouverture van Snoek geïllustreerd. Op de generale repetitie instrueerde ik onze 70 jarige slagwerker bij deze scene zoveel mogelijk lawaai op zijn slaginstrumenten te maken, om vooral de Wijk-C’ers op de eerste rang op te zwepen. Op de repetitie ging alles naar wens, maar op de eerste avondvoorstelling liep alles in ‘t honderd.’

De knokscene komt op het doek en het zeven man sterke orkest zet de ouverture fortissimo in. Maar wat wij horen... geen slagwerk. Ik keek op en zag Kees rustig in een boek lezen. Hoe ik ook probeerde de aandacht van onze slagwerker te trekken hij bleef onverstoord doorlezen. Dat hierdoor het verwachtte effect op de Wijk-C’ers uitbleef maakten zij ons wel duidelijk door luid joelend en schreeuwend hun ontevredenheid de zaal in te slingeren. Onze 70-jarige bleef onverstoord in zijn boek verdiept. Na afloop van de voorstelling riep ik hem bij mij en zei: Hoe kan je nu bij zo’n scene een boek gaan lezen? Zag je die knokpartij dan niet? Doch zijn stoïcijns antwoord was: Ik zag hem wel maar ik bemoei me er liever niet mee.

Unieke nalatenschap

In de 3 jaar die Eyl als violist, componist, arrangeur en dirigent doorbracht in het Rembrandt theater en de jaarbeurs maakte van de Rotterdammer een Utrechtse legende. Dat was niet alleen vanwege zijn aanstelling als kapelmeester van het ‘Symphonie en Jazz orkest’ bij het Rembrandt theater. Ook zijn optredens met ‘The Central Three’ in het voormalige jaarbeursgebouw aan het Vredenburg droegen bij aan zijn populariteit. Dat het Eye filmmuseum het werk van Ido Eyl voor de stomme films bewaart in een speciaal archief geeft wel weer dat er sprake is van een bijzondere kwaliteit en grote historische waarde.

Bronnen

Bas Agterberg, B. H. (2009). Sensationele voorstellingen en passend vermaak - film en bioscoop in Utrecht. Utrecht: Uitgeverij Matrijs.

J., E. d. (1978). Mijn bioscooptijd in het Utrechtse Rembrandt theater. Maandblad Oud-Utrecht, jaargang 51, nr. 2, 13-17.

Geschreven door Michiel Zupec Studeerde muziekwetenschap, maar koestert een grenzeloze fascinatie voor alles wat met geschiedenis en cultuur te maken heeft. Ontdek alle verhalen van deze schrijver

Aanvullende informatie