Vondst van de Schervendokter

Hexagonversieringen uit het vroegmiddeleeuwse grafveld in Rhenen

4min

Het vroegmiddeleeuwse grafveld op de Donderberg in Rhenen dat in 1952 werd opgegraven, omvatte meer dan 1100 graven. Ieder graf kreeg een nummer. Door te kijken naar grafgiften komen we veel te weten over deze bijzondere tijd. In sommige graven werden bijzondere vondsten gedaan.

Het vrouwengraf 356 bevatte een tweetal kleine bronzen schijffibula’s. Eén van de twee raakte zoek in de jaren zestig. Er stond een achtstralige ster op. Die is nu vervangen door een replica van de tweede fibula waarop een afbeelding van een zespuntige geometrische vorm van twee gelijkzijdige met elkaar verweven driehoeken te zien is. Dat heet een hexagon. Op het eerste gezicht lijkt het een Davidsster, maar dat kan niet want de Davidsster als joods symbool werd pas in de 18de eeuw gangbaar. Wat was dan de vroegmiddeleeuwse betekenis van een hexagon en waar komt het vandaan?

Foederati

Graf 356 is een van de oudste graven (tussen 400 en 450) in het laat-Romeinse westelijke deel van het grafveld. Deze graven behoorden waarschijnlijk toe aan (families van) germaanse huurlingen in het Romeinse leger, de foederati. Dit zijn stammen die door een verdrag aan het Romeinse rijk zijn verbonden en de grenzen van het rijk verdedigen. De foederati waren trots op hun ereversierselen, brede metalen gordels met gespen in kenmerkende ingesneden versiering.  

De hexagon als versiering

Een hexagon als versiering is behoorlijk zeldzaam. Fibula’s waar een hexagonversiering op te vinden is, zijn allemaal afkomstig uit vrouwengraven van foederati. Er zijn er nog geen twintig bekend. Ze zijn op meer plekken gevonden dan Rhenen, bij voorbeeld in Nijmegen, maar ook in Engeland, Duitsland en noord-Frankrijk. Ze worden gedateerd tussen de late 4de eeuw en de eerste helft van de 5de eeuw. Dat is een spannende periode en het begin van de Germaanse volksverhuizingen. Daarnaast zijn er hexagons gevonden op laat-Romeins zilverwerk, afkomstig uit enkele omvangrijke schatvondsten uit de 4de eeuw. Het betreft dan vaak grote zilveren schalen en kommen, of militaire gordels. Uit een laat-Romeins mannengraf in Vermand in Noord-Frankrijk komt een lansschacht met een hexagon. Het gebruik van de hexagon als versieringsmotief is waarschijnlijk geïmporteerd.

Oostelijke oorsprong

Het hexagon als versieringsmotief zou afkomstig zijn uit de vormenschat van een oostelijk volk, de Sarmaten en/of Alanen. De Sarmaten waren nomaden van oorspronkelijk Iraanse herkomst. Zij dienden als ruiterij in het Romeinse leger nadat ze krijgsgevangen waren gemaakt na afloop van de Sarmatische oorlog in 175. Daarna bleven mogelijk wel 8.000 van hen binnen het rijk. In de 5de eeuw wonen ze in Italië, Gallië, maar ook bij Tongeren en Maastricht. Ze hadden hun hele familie bij zich en als bijna-horigen een vrij lage status.

Ze lieten karakteristiek versierde voorwerpen na in hun graven, alleen zijn daarin geen paralellen voor de hexagons te vinden. Die zijn er wel te vinden in Armenië. Al vanaf de tweede eeuw leverde Armenië hulptroepen aan Rome, een situatie die tot zeker in de zesde eeuw voortduurde.

Armenië nam in 301 het christendom als staatsgodsdienst aan. Uit dezelfde tijd stamt de kathedraal van Etchmiadzin aldaar. Ook deze is versierd met hexagons, met daarbinnen vaak het draaiende wieltje van de oneindigheid. Net als op de fibula’s bestaan deze hexagons uit twee met elkaar verweven driehoeken. Het hexagon blijft in de hele middeleeuwse periode een zeer populair motief. Het zou dus ook in onze streken terechtgekomen kunnen zijn via Armeense foederaten.

Eerbewijs

Er is gesuggereerd dat al deze hexagonvondsten in Noordwest-Europa oorspronkelijk gemaakt zijn in hetzelfde atelier, omdat ze erg op elkaar lijken. De zilveren schalen kunnen voor gebruik bij de christelijke eredienst gemaakt zijn. Mogelijk waren er Armeense of Sarmatische handwerkslieden of krijgsgevangenen aanwezig in de werkplaats waar versieringen gemaakt werden en is het zo in de foederaticultuur geïntegreerd. Dat wordt in ieder geval aangenomen voor de zilveren schalen die later geschonken zijn aan leden van de hulptroepen die een eerbewijs verdienden. Het zou de hexagonfibula’s van graf 356 goed verklaren.

De mannen pronkten met hun ‘moderne’ Romeinse eretekens, maar de vrouwen houden vaak lang vast aan de mode van thuis, inclusief versieringen. In ieder geval mochten hulptroepen volgens een Romeinse wet niet met Romeinse vrouwen trouwen maar alleen maar met vrouwen uit ‘barbaricum’. En in de vijfde eeuw waren er veel goed geïntegreerde vreemdelingen aan de limes, met inbegrip van Rhenen.

Dit verhaal verscheen eerder op de website van Judith Schuyf.

 

Bronnen

- Böhme, H.W., Germanische Grabfunde des 4.bis 5. Jahrhunderts zwischen unter Elbe und Loire. Text en Platen Munchen, 1974.
- Michel Kazanski, East Germanic and Alano-Sarmatian Finds of the Early Migration Period in the Roman West. In Aleksander Burschde, John Hines, Anna Zapolsksa, The Migration Period between the Oder and the Vistula, vol. 2. Leiden, 2020, 830-852.
- Deborah Schorsch, The Vermand Treasure: A Testimony to the Presence of the Sarmatians in the Western Roman Empire. Metropolitan Museum Journal, Vol. 21, 1986, 17-40.
- D.C.Steures, Germanic Pendants and a Roman Medallion. Fifth-century Pendants from the Late Roman Cemetery in the Inner City of Nijmegen. BABesch 77, 2002, 181-185. 
- D.C.Steures, The Late Roman Cemeteries of Nijmegen. text and figures NO17 , 2011.
- Annette Wagner en Jaap Ypey, Das Gräberfeld auf dem Donderberg bei Rhenen. Katalog. Herausgegeben von Annemarieke Willemsen. Sidestone Press, 2011.

 

Geschreven door Judith Schuyf Historicus en archeoloog

Extra info