Hoe de Viaanse Joke Smit de vrouwenbeweging vooruit bracht
In 1967 publiceerde Joke Smit ‘Het onbehagen bij de vrouw’. In dit essay bekritiseerde ze de positie van de vrouw, in het bijzonder de gehuwde vrouw. Het artikel luidde de tweede feministische golf in. Het leven van Joke Smit nam een nieuwe wending. ‘Vrouwen zijn in de eerste plaats een mens, in de tweede plaats een vrouw.’
Dat Joke Smit een bekende feministe zou worden lag niet direct voor de hand. Ze groeide op als oudste van zes kinderen in een Nederlands-Hervormd gezin in Vianen. Daar stond verantwoordelijkheid voor de medemens en hard werken voorop. Het grootste deel van haar jeugd bracht Joke door in Vianen. Later bezocht zij het gymnasium in Utrecht, waar ze ook het eerste jaar deed van haar studie Franse Letteren. Die studie rondde ze uiteindelijk af in Amsterdam.
Onbehagen
In 1967 bracht het literaire tijdschrift De Gids een nummer uit over het toenmalige onbehagen in de maatschappij. Er moest ook een artikel in van ‘een vrouw over vrouwen’. Dat schreef Joke Smit. Onder meer de toenmalige positie (en waarom die moest veranderen) van met name gehuwde vrouwen kwam aan bod. Het waren hartenkreten, geschreven met overtuigingskracht. ‘Zodra er kleine kinderen zijn, valt achter de meeste vrouwen de huisdeur in het slot’, zo betoogde Smits. Haar eigen ervaringen als moeder speelden een duidelijke rol, in haar omgeving was ze één van de weinige voltijd werkende vrouwen mét kinderen. De opvatting in Nederland was nog altijd dat moeders thuis moesten blijven bij hun kroost. Vrouwen hoorden geen betaald werk te doen.
Haar essay was een oproep aan vrouwen om in beweging te komen. ‘Vrouwen zijn in de eerste plaats een mens, in de tweede plaats een vrouw’, zo stelde zij. Die beweging kwam er, door met de paar procent progressieve mannen samen te werken en een mars door de instituties te maken.