Iedere lantaarn zijn eigen verhaal
Verlichting op de gracht én op de werf. Dat kreeg men voor elkaar door de lantaarn op de gracht iets te laten uitsteken. De ruimte tussen de werfmuur en de voet van de lantaarn is opgevuld met gebeeldhouwde kunstwerkjes. Een resultaat van een toevallige ontmoeting.
Lange tijd waren de werven langs de Utrechtse grachten particulier eigendom. Op veel plekken waren ze slecht onderhouden. Rond 1950 kocht de gemeente Utrecht de werven aan. Onder leiding van Willem Stooker, hoofd Monumenten, startte een groots restauratieproject. Een onderdeel daarvan was het verbeteren van de verlichting op de gracht en de onderliggende werf.
Een idee
Tijdens die grootscheepse restauratie kwam Stooker in contact met Cornelis Groeneveld. Die was tot dan toe als steenbikker werkzaam voor de gemeente. Zijn taak: oude stenen afbikken. Hij werkte onder meer in de kloostergang van de Domkerk, waar Stooker ook regelmatig te vinden was. Die zag daar het talent van Groeneveld en kwam zo op het idee voor de beeldhouwwerken onder de lantaarns.
Een kunstwerk
De eerste lantaarn die voorzien werd van een gebeeldhouwd kunstwerk staat bij het stadhuis. Daarop is het stadswapen van Utrecht te zien. En daar bleef het niet bij, de zogeheten consoles waren een groot succes. Groeneveld zou er uiteindelijk 35 maken. De onderwerpen voor de werken bepaalde men in overleg met het gemeentearchief. Utrechtse legenden als het Wittebroodskind en de basilisk kregen een plek. En grootse en bekende gebeurtenissen uit de Utrechtse geschiedenis werden er op uitgebeeld, zoals de Unie van Utrecht.
Maar ook voor onbekendere verhalen was plaats onder een lantaarn. Wie kent het verhaal van de ‘Hofbeer’ bijvoorbeeld? Over het varken dat jaarlijks naar het Hof van Holland in Den Haag werd gestuurd? Of het verhaal over Suster Bertken.