De Tweede Wereldoorlog in Utrecht

Ik was een onderduiker

4 min

Daar is-ie opeens weer: de auto van Arie van Mourik. Tot 1943 werd ermee gereden, maar daarna was de wagen plotseling verdwenen. Met grote ogen stond iedereen te kijken toen hij twee jaar later ineens weer boven water kwam.

We zijn in Nieuwland, nu onderdeel van de gemeente Vijfheerenlanden, toen een dorpsgemeenschap die in de oorlogsjaren zo’n 700 á 800 inwoners telde. Nieuwland had een kerk, boerderijen en enkele winkels. Zoals die van Arie van Mourik, hij was eigenaar van een zaak voor fietsen, benzine, elektra en radio’s. Om zijn inkomen aan te vullen, deed hij met zijn auto ook ziekenvervoer en taxiritten. ‘Het geld ligt op straat’, was zijn leus. Bovendien had hij het geluk dat hij een bedrag won in een loterij. Daarmee liet hij een houten loods bouwen, die tevens diende als garage voor zijn auto. Voor vrijwel iedereen was er genoeg te eten, want men teelde zelf groenten. Onderling werd goed voor elkaar gezorgd. Voor mensen die niet genoeg voedsel hadden, reed een inwoner met hondenkar naar Meerkerk om daar bij de gaarkeuken eten te halen.

Verborgen wapens

De auto van Arie is in de eerste oorlogsjaren mogelijk gebruikt voor verzetsdaden. Maar zeker is dat niet; wel is bekend dat hij wapens in de kerktoren heeft opgeslagen. Maar ineens was de auto verdwenen, tegelijk met alle spullen. De reden? De Duitsers zouden de kerktoren gaan gebruiken als uitkijkpost, wist de kosteres (en schoonzus van Arie) te vertellen. Zij droeg Arie daarom op om ‘die rommel die op de kerkzolder verborgen lag, weg te halen’, niet wetend wat voor ‘rommel’ het was. Diezelfde avond hebben Arie en zijn zoon de wapens weggehaald. Maar wat gebeurde er met de auto?

Onderduiker

Daar kwam men pas achter na de oorlog. Tot grote verbazing van het hele dorp kwam-ie toen weer tevoorschijn. Omdat de motor niet wilde starten, werd de auto kort na de bevrijding in mei 1945 als een trofee met een paard het dorp ingetrokken. Mos van Mourik, zoon van Arie, maakte het bord met de tekst Ik was onderduiker. Arie zelf zat achter het stuur, met naast zich zijn vrouw Joukje. Gedurende de oorlog had de boerenfamilie Heijkoop de auto verstopt, onder hooi en takkenbossen in een schuur achter op het erf. De Duitse soldaten die later bij hen ingekwartierd werden, hebben dat nooit geweten.

Geschreven door Wim van Mourik Zoon van Mos, kleinzoon van Arie.

Aanvullende informatie