Ik was een onderduiker
Daar is-ie opeens weer: de auto van Arie van Mourik. Tot 1943 werd ermee gereden, maar daarna was de wagen plotseling verdwenen. Met grote ogen stond iedereen te kijken toen hij twee jaar later ineens weer boven water kwam.
We zijn in Nieuwland, nu onderdeel van de gemeente Vijfheerenlanden, toen een dorpsgemeenschap die in de oorlogsjaren zo’n 700 á 800 inwoners telde. Nieuwland had een kerk, boerderijen en enkele winkels. Zoals die van Arie van Mourik, hij was eigenaar van een zaak voor fietsen, benzine, elektra en radio’s. Om zijn inkomen aan te vullen, deed hij met zijn auto ook ziekenvervoer en taxiritten. ‘Het geld ligt op straat’, was zijn leus. Bovendien had hij het geluk dat hij een bedrag won in een loterij. Daarmee liet hij een houten loods bouwen, die tevens diende als garage voor zijn auto. Voor vrijwel iedereen was er genoeg te eten, want men teelde zelf groenten. Onderling werd goed voor elkaar gezorgd. Voor mensen die niet genoeg voedsel hadden, reed een inwoner met hondenkar naar Meerkerk om daar bij de gaarkeuken eten te halen.