Utrechtse kunstenaars in Italië
In de zestiende en zeventiende eeuw moest je als schilder in Italië geweest zijn. Zowel de klassieke kunst en architectuur als het Italiaanse landschap waren voor hen een belangrijke inspiratiebron. Ook vanuit verschillende plaatsen in Utrecht ondernamen diverse schilders de lange reis naar het zuiden.
Nederlandse schilders trokken door heel Europa en waren veelgevraagde artiesten. In de Middeleeuwen was de kerk de belangrijkste mecenas geweest en werkten vele schilders en beeldhouwers voor kerken en kloosters. Die markt viel na de Reformatie in de Republiek weg, maar daarvoor in de plaats ontstond een stroom van opdrachten van rijke kooplieden. Ze wensten stillevens, portretten, landschappen en allegorische voorstellingen in hun huizen op te hangen. Deze grote markt bood werk aan vele kunstenaars.
Vooral Italië was de plek waar je als schilder geweest moest zijn. Ook kunstenaars uit Utrecht trokken naar Italië om daar het landschap te schilderen. Onder hen was ook de beroemde Jacob van Campen . Ze vormden daar soms clubjes vrienden, die zich wijdden aan schilderen, tekenen en feestvieren. Sommige Hollandse kunstenaars bleven in het zuiden hangen, maar de meesten keerden na enkele jaren terug en richtten hier hun eigen atelier in.
Herman van Swanevelt
De uit Woerden afkomstige schilder Herman van Swanevelt maakte deel uit van de Bentveughels, een beroemd feestgezelschap van Noord- en Zuid-Nederlandse kunstenaars. Hij had de bijnaam de 'eremiet', de kluizenaar, omdat hij graag alleen tussen de ruïnes zat te werken. Van Swanevelt volgde de voetsporen van oudere schilders. Herman was in 1603 in Woerden geboren en was een achterkleinzoon van de beroemde schilder Lucas van Leyden.