Vondst van de Schervendokter

Jachtvogels uit de Merovingische tijd

6 min

In de Vroege Middeleeuwen waren mensen omgeven door dieren. Niet alleen in hun directe leefomgeving, maar ook in de vorm van symboliek. Paarden, jachthonden, konijnen, zeepaardjes en nog veel meer. Je vindt deze dieren in afbeeldingen, kleding en sieraden uit die tijd. In deze aflevering van Vondst van de Schervendokter komen niet één maar vijf vogelfibulae (mantelspelden) uit de Merovingische tijd aan bod, allen gevonden in Houten. Hoe werden deze mantelspelden gedragen en wat was de symbolische betekenis achter deze sieraden? Vragen die beantwoord worden door archeoloog Alexander van de Bunt.

Vlak na de volksverhuizingen van 450-525 n.Chr. komen we terecht in het eerste tijdvak van de Vroege Middeleeuwen, de Merovingische periode 525-725 n.Chr. Archeologisch gezien is dit één van de rijkste periodes uit de Nederlandse geschiedenis. Aan de vooravond van het Christendom was het nog algemeen gebruik dat mensen werden begraven met sieraden, wapens en andere gebruiksvoorwerpen. Hierdoor weten we als archeologen vrij veel over de mode van deze tijd. Voordat we in het verhaal van de vogelfibulae van Houten duiken, reizen we eerst af naar het Merovingische grafveld van Rhenen.

Grafveld op de Donderberg

Sommige grafvelden in de Merovingische tijd zijn gigantisch en daarmee erg rijk. Het grafveld op de Donderberg bij Rhenen spant binnen Nederland wel echt de kroon, want daar zijn meer dan 1100 graven ontdekt. Daarnaast is dit grafveld ruim 4 eeuwen in gebruik geweest. Het Rhenese grafveld, dat vanaf het voorjaar van 1951 werd opgegraven, is tot op heden één van de belangrijkste plekken als het gaat om de beeldvorming van de samenleving in de Vroege Middeleeuwen. Wel moeten we er als archeologen altijd rekening mee houden dat objecten in het graf vaak te maken hebben met de beeldvorming en representatie in het grafritueel, wat niet per definitie hoeft te betekenen dat de desbetreffende persoon bij leven exact dezelfde voorwerpen droeg.

Zo weten we dat mannen vaak werden begraven met maar één mantelspeld (schijffibula), terwijl sommige dames werden begraven met meerdere fibulae. Mantelspelden zijn in Rhenen dus het vaakst in paren gevonden in vrouwengraven. Zo werd in graf 808 een vrouw aangetroffen met twee beugelfibula’s, twee vogelfibula’s en een ringfibula. De vogelfibulae lijken vaak gevonden te worden met andere spelden, waardoor wordt vermoed dat ze vooral werden gebruikt als een decoratieve toevoeging. Uit het grafveld van Rhenen kennen we 20 vogelfibulae.

Jachtvogels

Deze kleine fibula’s in de vorm van een staande roofvogel (zoals de exemplaren uit Houten) met een kromme snavel zijn typerend voor de Merovingische periode, met name de periode 485 tot 530. Behalve die snavel zijn ook klauwen, staart en vleugels schematisch weergeven, terwijl het oog soms is ingelegd met een ronde almandijn (vaak afkomstig uit India). Deze kleine vogelspeldjes kunnen van brons zijn, dat goudkleurig was, en ook van zilver. De roofvogel die deze speldjes uitbeelden, is hoogstwaarschijnlijk een arend oftewel adelaar, de ‘edele vogel’. Die werd geassocieerd met de jacht en omdat dit een privilege was van de elite, werd de arend toegeëigend als adellijk symbool, net als paarden, jachthonden en jacht- of vleugellansen.

De adelaar werd geassocieerd met de jacht en omdat dit een privilege was van de elite, werd de arend toegeëigend als adellijk symbool, net als paarden, jachthonden en jacht- of vleugellansen

In de beeldtaal van deze periode spelen roofvogels een belangrijke rol en dan met name de adelaars (arenden) als ‘adelsvogels’. De in Frankische context veel voorkomende vogelfibulae met een prominent gekromde bek stellen voor het grootste deel waarschijnlijk adelaars voor. De botten van zeearenden uit die tijd kennen we ook sporadisch uit opgravingen, zoals een klauw uit een beerput in Leidsche Rijn (mogelijk ritueel geplaatst, achterliggende reden onbekend) en twee botten uit Houten (Tiellandtweg).

Wonen op stroomruggen

Dergelijke vondsten, en helemaal als ze gevonden in clusters (samen met andere vondsten uit de Vroege Middeleeuwen en de Romeinse tijd), zijn een belangrijke indicator voor bewoning in het verleden. Misschien zelfs een nog niet bekend Merovingisch nederzetting of grafveld in Houten, zoals in Rhenen? De stroomruggen rondom de oude loop van de Rijn (tegenwoordig de Kromme Rijn) bieden tot en met de Vroege Middeleeuwen een betrouwbaar voorspellingsmodel voor bewoning en onderzoek. Dit zijn voormalige rivierlopen met oeverwallen, gekenmerkt door de verhoogde ligging in het landschap. Ideaal om op te wonen en om droge voeten te houden! Precies zoals het in Houten ook het geval is. In hetzelfde gebied kennen we diverse nederzettingen (van onbepaalde omvang) die vanaf de ijzertijd tot in ver in de Vroege Middeleeuwen zijn bewoond. In ieder geval lijkt de hoeveelheid vogelfibulae en andere bijzondere objecten uit Houten dit laatste te bevestigen.

Met bijzondere dank aan de vinder en Jurgen van der Klooster voor de registratie.

Deze jachtvogelfibulae zijn geregistreerd in Portable Antiquities of the Netherlands: PAN-00090141, PAN-00090143, PAN-00090149, PAN-00090153 en PAN-00090165.

 

Geschreven door Alexander van de Bunt Archeoloog, schrijver en fotograaf Ontdek alle verhalen van deze schrijver

Deze vondst is gedocumenteerd dankzij het project 'Reddingsplan Archeologische Collecties' van Landschap Erfgoed Utrecht. Met vinders en collectiehouders worden archeologische collecties in kaart gebracht, en digitaal ontsloten. Zo blijven vondsten toegankelijk voor onderzoek en dragen zo bij aan beter begrip van ons verleden.

Bronnen

Heeren, S. & Feijst, L., (2017) Fibulae uit de Lage Landen, Amersfoort.

Heeren, S. & Willemsen, A., (2017) Fibula’s – Vondsten, vormen & mode, Leiden – Rijksmuseum van Oudheden.

Vos, W.K. 2009. Bataafs platteland: Het Romeinse nederzettingslandschap in het Nederlandse Kromme-Rijngebied (Nederlandse Archeologische Rapporten 35). Amersfoort, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, catalogusnummer 21

Willemsen, A., (2014) Gouden Middeleeuwen – Nederland in de merovingische wereld, 400-700 n.Chr., Leiden.

Ypey (1955) Kunst en schoonheid van de vroege middeleeuwen, Baarn.

Ook iets gevonden?

Iedereen die een archeologische vondst doet, is wettelijk verplicht dit te melden. In Utrecht kan dit bij het Meldpunt Archeologie van Landschap Erfgoed Utrecht. Je helpt zo niet alleen mee de geschiedenis van de provincie in kaart te brengen, onze experts vertellen je bovendien graag meer over de achtergronden van je vondst.