Kermis in Utrecht
Afgoderij en losgeslagen wulpsheid. Naast bijgelovige roomse feesten als Sint Nicolaas moest vooral de kermis het ontgelden in een traktaat dat de Utrechtse calvinist Jacobus Koelman schreef in 1682. Als dominee moest hij zijn volgelingen wijzen op de gevaren van de kermis. Of dat effect had? Blijkbaar was het verlangen naar volksvermaak sterker dan het zondebesef.
Utrecht kende al in de Middeleeuwen een grote zomerkermis die samen met de jaarmarkt werd gehouden. Het begon op de feestdag gewijd aan Maria Magdalena op 22 juli met het luiden van de kermisklok in de toren van de Buurkerk. Markt en kermis duurden zeker twee weken. Stedelingen en plattelandsbewoners kwamen er voor naar de Steenweg, later het Vredenburg, en ook de Mariaplaats. Je kon daar makkelijk vanaf een schip in de singel door het Kermiswaterpoortje naartoe (nu verdwenen).