Kleurrijke kralen uit de Vroege Middeleeuwen
Glas was in de Vroege Middeleeuwen een zeer gewilde grondstof om kleurrijke kralen van te maken. Hoewel archeologen deze vondsten voornamelijk kennen uit nederzettingen en vrouwengraven, worden ze ook regelmatig als losse vondsten op akkers aangetroffen. Daarnaast laten deze kleurrijke vondsten zien dat de Vroege Middeleeuwen lang niet zo duister waren als men doet vermoeden. In deze aflevering van Vondst van de Schervendokter duikt archeoloog Alexander van de Bunt in de wereld van het vroegmiddeleeuwse glas.
Het meeste complete glaswerk dat we kennen uit de Merovingische periode komt uit grafvelden, terwijl het afval van de glasproductie juist uit nederzettingen bekend is. Hierbij kan je denken aan scherven van luxe glaswerk, waaronder herkenbare fragmenten van drinkhoorns en slurfbekers, maar ook glazen staafjes waarvan kralen werden gemaakt. Luxe aardewerk was voorbehouden voor de elite, het gebruik en dragen van kleurrijke glazen kralen was voor iedereen. Dergelijke kralen uit opgravingen en als losse vondsten vertellen ons dat mensen in de Vroege Middeleeuwen relatief welvarend waren. Dat kan erop duiden dat rijkdom destijds over meerdere lagen van de bevolking was verdeeld en niet was beperkt tot een bevoorrechte groep.