Utrechtse kastelen en buitenplaatsen

Maarten Maartens: Vreemdeling in zijn eigen tijd

4 min

Schrijver Maarten Maartens werd in 1858 in Amsterdam geboren als Jozua Marius Willem Schwartz. Willem Kirpestein, vanaf Maartens jeugd huisknecht, chauffeur, maar ook vriend en reisbegeleider, beschreef hem als volgt: ‘Van zijn wortels afgescheurd, nieuweling in het Nederlandse patriciaat, buiten het Nederlandse literaire leven, vreemdeling in zijn eigen tijd.’

Zijn vader was Carl Schwartz, een in Polen geboren jood die zich liet dopen en als zendeling naar joden in diverse plaatsen in Europa ging. Zijn moeder was Cornelia van Vollenhoven, dochter van een rijke bierbrouwer. Later zette hij Van der Poorten voor zijn achternaam, naar een oom die hem en zijn zus tot erfgenaam had benoemd.

De geboorte van een schrijver

Maarten Maartens volgde het gymnasium in Amsterdam en Bonn en studeerde rechtswetenschappen in Utrecht, waar hij in 1882 tot doctor promoveerde. Toen zijn leermeester professor J.A. Fruin ziek werd, nam hij diens taak over. Als opvolger werd hij echter niet aangesteld, omdat hij niet het juiste politiek-kerkelijke profiel had. Maarten trouwde met de welgestelde Anna van Vollenhoven, een volle nicht. Hierdoor hoefde hij niet meer te werken en kon hij zich storten op het schrijven van dichtbundels. Dit deed hij in het Engels, de taal die hij als kind leerde spreken toen hij met zijn ouders enkele jaren in Londen woonde. In 1885 publiceerde hij The morning of a love, and other poems. Zijn debuut werd geen succes.

Maarten trouwde met de welgestelde Anna van Vollenhoven. Hierdoor hoefde hij niet meer te werken en kon hij zich storten op het schrijven van dichtbundels

Internationaal succes

Onder het pseudoniem Maarten Maartens - een naam die Nederlands oogt maar voor Engelsen goed uit te spreken is - ging hij vanaf 1890 proza schrijven. De roman The sin of Joost Avelingh, a Dutch story werd een groot succes, met name in Engeland, hij kreeg goede kritieken van onder anderen George Bernard Shaw en Virginia Woolf. In 1905 ontving hij een eredoctoraat aan de Universiteit van Aberdeen. Zijn bekendste roman is God’s Fool uit 1892. De meeste boeken werden vertaald in het Duits, een paar ook in het Nederlands. In eigen land kreeg hij nooit literaire waardering.

Het Maarten Maartenshuis

Maarten en Anna huurden vaak huizen in het zuiden van Europa, maar ook in Langbroek – waar een Maarten Maartensstraat aan hem herinnert – en in Amerongen. Uiteindelijk lieten ze in Doorn een landhuis bouwen, genaamd Zonheuvel. Zij woonden er, met hun dochter Ada, vanaf 1903 tot aan Maartens’ dood in 1915. In de jaren twintig van de twintigste eeuw, na het overlijden van Anna, richtte Ada de Stichting Zonheuvel op. De stichting gaf het huis een functie als conferentieoord en centrum voor jeugdwerk. In de Tweede Wereldoorlog was er een noodhospitaal gevestigd. Ada overleed in dit hospitaal in 1944. In 1974 werd het Maarten Maartenshuis gekocht door het J. Slotemaker de Bruïne-instituut. Tegenwoordig heeft het huis een functie als zaalverhuur- en conferentiecentrum.

 

Meer weten over de Utrechtse buitenplaatsen?

Kijk dan eens op www.utrechtsebuitenplaatsen.nl!

Aanvullende informatie