Maria Duijst van Voorhout, vrijvrouwe van Renswoude
Maria Duijst van Voorhout liet haar kapitaal na aan kansarme jongens uit weeshuizen. Een daad die voor de achttiende eeuw ongebruikelijk was, maar wel getuigde van een verlichte geest. Nog steeds staat aan de Agnietenstraat in Utrecht het imposante gebouw van de ‘Fundatie’ waar de jongens hun opleiding kregen.
Maria Duijst van Voorhout komt in 1685 naar Utrecht als bruid van Frederik Adriaan baron van Reede, vrijheer van Renswoude. Het huwelijk valt niet in goede aarde bij haar familie. Frederik Adriaan is een lid van de Stichtse ridderschap, orangistisch en hij heeft weinig geld. Maria stamt uit een staatsgezinde, rijke familie en door een reeks sterfgevallen in die familie erft zij een enorm kapitaal. Vooral Maria’s grootmoeder is bang dat het Frederik Adriaan vooral om het geld gaat.