De eerste bewaarster van het Spoorwegmuseum

5 min

Museumdirecteuren waren mannen, het spoor was een mannenwereld en techniek was een mannending. Toch wist Mejuffrouw Asselberghs een plek te bemachtigen in dit herenbolwerk. Als conservator en later ook als directeur. Mejuffrouw Marie-Anne legde een belangrijke basis voor de spoorwegcollectie van Het Spoorwegmuseum. Ze bracht de geschiedenis van de spoorwegen tot leven.

Marie-Anne Asselberghs, geboren op 19 augustus 1919, was de oudste dochter van Henri Asselberghs (1887-1980) die sinds 1928 de nieuwe directeur van het Spoorwegmuseum was. Om het goede verloop van haar studie aan het gymnasium te bevorderen, nam vader Henri zijn dochter vaak mee naar het museum. Wanneer Marie-Anne eenmaal haar huiswerk had afgerond, ging ze dwalen in de depots met museumobjecten. Ze groeide er dus vanzelf in.

Actieve verzamelaar

Op haar 18e werd Marie-Anne ‘assistent van de directie’ en kreeg de verantwoordelijkheid voor allerlei administratieve en organisatorische taken. Met de heropening van Het Spoorwegmuseum in het voormalige Maliebaanstation eind 1954 werd ze benoemd tot conservator. Asselberghs werd toen een actieve verzamelaar van spoorwegobjecten: ‘In Nederland is men tot 1915 eigenlijk nooit op het idee gekomen iets te bewaren voor een latere museumcollectie. Het verwerven van voorwerpen is een sport op zich!’, zo is te lezen op pagina 8 in Beatrijs van 11 mei 1957.

In 1956 organiseerde Asselberghs een tentoonstelling waarvoor ze leerlingen had uitgenodigd het museum te bezoeken en hun favoriete object te schetsen. Tot op de dag van vandaag zet het museum deze lijn voort en betrekt het kinderen bij tentoonstellingen en evenementen.

Toewijding collectie

Tijdens rondleidingen bracht Asselberghs de geschiedenis van de spoorwegen tot leven en bleek vooral haar toewijding aan de museumcollectie. Volgens een journalist van Het Vrije Volk spreekt ze ‘met tedere liefkozing over de [locomotieven] SS13 en de SS326, die als overgrootvaders links van het perron staan opgesteld, vlak achter de Arend-kopie uit ’39. […] Voor juffrouw Asselberghs zijn deze trekkrachten, én de wagens, van trein en tram, die ertussen, en ernaast staan, gekoesterde huisdieren.’ (Het Vrije Volk, 7 augustus 1957, pagina 5).

Voor juffrouw Asselberghs zijn deze trekkrachten, én de wagens, van trein en tram, die ertussen, en ernaast staan, gekoesterde huisdieren.

Eerste officiële bewaarster

Op 1 februari 1961 werd Asselberghs benoemd tot directeur van het Spoorwegmuseum, of zoals dat in het NS-tijdschrift De Koppeling mooi werd verwoord, ‘de eerste officiële bewaarster van de spoorweghistorie in Nederland.’ Vader Henri, die in 1954 met pensioen was gegaan, was over-blij: ‘Ik beschouw het als een bekroning op mijn werk.’

Asselberghs moest zich echter verzetten tegen een veelvoorkomende verbazing bij zowel mannen als vrouwen dat Het Spoorwegmuseum werd geleid door een vrouw. Het spoorbedrijf was bij uitstek een mannenwereld en ook binnen Het Spoorwegmuseum moest Asselberghs leiding geven aan enkel mannelijke medewerkers. Mejuffrouw Asselberghs weerde zich stellig, want: ‘er zijn wel meer technische musea [zoals Museum Boerhaave en Het Scheepvaartmuseum] met een vrouw aan het hoofd … toch niet direct damesmusea.’ (Reformatorisch Dagblad). Het waren haar uitgebreide kennis en ervaring die haar tot de meest gekwalificeerde persoon hadden gemaakt. Zo bleef het aantal bezoekers stijgen en zorgde ze er voor dat perronoverkappingen werden gebouwd ter bescherming van het rollend materieel.

Museale arbeid

In 1984 trad ze af als directeur. Als historicus, onderhandelaar en presentator, conservator, chef van dienst, public relations officer, spoorweglobbyist, publicist, personeelschef en soms ook gids was zij een veelzijdig directeur met hart voor de zaak. Bij haar afscheid ontving zij uit handen van burgemeester Lien Vos-van Gortel de zilveren stadsmedaille van Utrecht met de inscriptie ‘M.A. Asselberghs, 1937-1984, zette door haar museale arbeid tallozen op het Utrechtse spoor.’

Marie-Anne Asselberghs kun je op verschillende plekken in Het Spoorwegmuseum nog tegenkomen. Met een blik op oneindig pronkt haar portret tussen haar collegae in de kantoorvilla aan de Maliebaan; op ontelbare kaartjes met objectomschrijvingen kun je haar onnavolgbaar mooie handschrift lezen; en de bibliotheek bevindt zich in de Asselberghs-zaal.

In januari 2013 overleed Mejuffrouw Marie-Anne Asselberghs op 93-jarige leeftijd. Het Spoorwegmuseum verloor met haar een icoon. Met haar markante verschijning, met haar grijze haar immer in de zo kenmerkende knot, met haar schotse rok en zwartfluwelen jasje, zo staat ze bij veel treinliefhebbers op het netvlies geëtst.

Marie-Anne schreef verschillende publicaties. Zoals 'Het ijzeren paard: Versierd verslag van de lotgevallen van de stoomlocomotief' en 'De trein hoort erbij: Ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan van de spoorwegen in Nederland'. 

Bronnen

Vera Weterings, Asselberghs, Maria Anna, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. Via: http://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Asselberghs

Geschreven door Jos Zijlstra conservator Het Spoorwegmuseum

  • Periode Moderne Tijd (1800 - 1945), Eigentijdse geschiedenis (1945 tot nu)
  • Regio Regio Utrecht stad
  • Plaats Spoorwegmuseum Utrecht
  • Categorie Bedrijven en beroepen, Bekende en onbekende personen, Reizen en vervoer
  • Permalink https://www.utrechtaltijd.nl/5552