Maritiem erfgoed in de provincie Utrecht

Maritieme archeologie en Romeinse schepen

3min

Al sinds de prehistorie zoeken mensen het water op. Dat deed men uit noodzaak. Drink- en waswater was noodzakelijk en bovendien kon er vis worden gevangen. Mensen vestigden zich daarom al snel dichtbij het water, wat niet betekende dat hun bestaan daar gemakkelijk was. Overstromingen hoorden er bij. Ook in de provincie Utrecht is er water in overvloed. Maritieme archeologie richt zich op deze alleroudste menselijke omgang met water. Wat blijkt? In de Utrechtse bodem liggen de oude schepen en kano’s voor het oprapen.

De alleroudste boomstamkano die in Nederland is gevonden wordt gedateerd tussen 8200 en 7600 v.Chr., gevonden in het huidige Drenthe. In de provincie Utrecht zijn zulke oude kano’s niet gevonden. Wel vonden twee jongens in 1987 nabij Nigtevecht een boomstamkano die naar schatting 2500 jaar oud is en dus uit de Vroege IJzertijd stamt. Het is het bewijs van menselijke aanwezigheid in de Vechtstreek.

Romeinse schepen

In de provincie Utrecht vinden we veel schepen uit de tijd van Romeinse aanwezigheid in de regio. De rivieren vormden de noordelijke grens van het Romeinse Rijk. Op strategische plekken aan het water bouwden de Romeinen wachtposten en forten (castella), waar hun troepen gehuisvest waren. Daaromheen verzamelden zich meer mensen. Waar een leger is, valt brood te verdienen, tenslotte. Veel vervoer ging over het water. Niet alleen troepenbeweging, maar ook het vervoer van goederen ging per schip. Er werden vooral graan, voedingsmiddelen en bouwmaterialen vervoerd. In een tijd dat landwegen slecht waren, was het water, zeker stroomafwaarts, een welkome bondgenoot. In de 400 jaar dat de Romeinen het hier voor het zeggen hadden moeten er in de provincie Utrecht honderden schepen gebouwd zijn.

Eikenhout

Romeinse schepen werden gemaakt van eikenhout. De ribben van het schip werden uit één stuk hout gemaakt. Voor de buitenkant van het schip werden planken van soms wel 20 meter lang gebruikt. Alles werd aan elkaar gemaakt met behulp van houten pennen en metalen nagels. Met mos werd het schip tijdens het breeuwwerk waterdicht gemaakt. Zo werden er lage, brede en platte vaartuigen gemaakt, die veel personen en lading konden vervoeren. De schepen werden gezeild, geroeid, geboomd of getrokken, wat betekende dat ze zowel stroomafwaarts als stroomopwaarts konden varen.

Op verschillende plaatsen in de provincie zijn deze schepen dan ook teruggevonden door archeologen. Vooral rond Woerden en De Meern. In Woerden zijn bij opgravingen de resten van zeven Romeinse schepen gevonden, variërend van een boomstamkano tot een vrachtschip van 30 meter lang en 4,30 meter breed. In De Meern zijn er ook diverse Romeinse schepen opgegraven. De schepen zijn vaak gemaakt van Duits en Nederlands eikenhout. Het is dus aannemelijk dat ze hier zijn gebouwd. Het meest complete schip dat tot nu toe gevonden is, De Meern 1, is permanent tentoongesteld in het Museum Castellum Hoge Woerd.

Dit verhaal verscheen eerder als onderdeel van het boek Voor de Boeg.

Geschreven door Martine van Lier Martine is erfgoedconsulent en schrijfster van het boek Voor de Boeg. Ontdek alle verhalen van deze schrijver

Extra info