Eerste Wereldoorlog

Neutraal de Eerste Wereldoorlog door

5 min

In de Servische hoofdstad Sarajevo worden Frans Ferdinand, troonopvolger van Oostenrijk-Hongarije, en zijn vrouw tijdens een rit in de koets dodelijk getroffen door de kogels van een pro-Servische nationalist. Het is 28 juni 1914. Europa is dan al een brandhaard van onderlinge conflicten. De dubbele moord is de spreekwoordelijke druppel: een wereldoorlog is onvermijdelijk. Dankzij een succesvolle neutraliteitspolitiek blijft Nederland gespaard voor de ergste verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog.

Vanaf het begin had de Nederlandse regering tot doel neutraal te blijven. Dit is zeker niet altijd gemakkelijk geweest. Dat ons land niet is aangevallen, zoals later in de Tweede Wereldoorlog, blijft een wonder. De ligging van Nederland tussen de vijanden Duitsland en Engeland was ongunstig. De Belgische neutraliteit werd spoedig geschonden, waardoor langs de Nederlandse grens de oorlog nog het meest voelbaar werd. De Duitsers hadden echter baat bij een neutraal Nederland.

Beslag leggen

Nederland leverde aan Duitsland voedsel en via ons land hadden de oosterburen toegang tot de havens. Ook de Nederlandse strategische ligging was van belang want Duitsland kon nu niet in de rug worden aangevallen. Ondertussen probeerden de Engelsen en Fransen de Nederlandse regering te overtuigen de kant van de geallieerden te kiezen. Met regelmaat beschuldigden zij ons van hulp aan de Duitsers.

In de provincie werden gemobiliseerde militairen op allerlei plekken ondergebracht, onder andere in tentenkampen nabij De Bilt, in barakken op de Vlasakkers bij Soest en ook ingekwartierd bij mensen thuis.

Daarom legden de Engelsen in maart 1918 beslag op de Nederlandse koopvaardijschepen. Nederland keek tandenknarsend toe; het was belangrijk de Engelsen te vriend te houden, want we waren tenslotte afhankelijk van de Engelsen voor de eigen bevoorrading over zee.

Mobilisatie

Ondanks de neutraliteit was de oorlog in Nederland wel degelijk voelbaar. Er was veel militaire activiteit. Het Nederlandse leger mobiliseerde aan de landsgrenzen, maar ook de forten in de Nieuwe Hollandse Waterlinie rond Utrecht werden bezet. De Grebbelinie bleef onbemand. Deze was in 1910 buiten gebruik gesteld omdat men van mening was dat deze stelling onverdedigbaar was. In de provincie werden gemobiliseerde militairen op allerlei plekken ondergebracht, onder andere in tentenkampen nabij De Bilt, in barakken op de Vlasakkers bij Soest en ook ingekwartierd bij mensen thuis.

Belgen

Door de handelsproblemen waren levensmiddelen schaars. Ook op andere terreinen merkte men dat het oorlog was. Veel mensen hadden familie in Nederlands-Indië. De weg daar naartoe was afgesloten. En een grote stroom Belgische vluchtelingen die door de inval van Duitsland in België (4 augustus 1914) op gang was gekomen, had ons land bereikt. Vooral na de val van Antwerpen op 9 oktober 1914 vluchtten veel Belgische burgers en militairen de grens over naar het neutrale Nederland. De cijfers liegen er niet om: in totaal kwam er een miljoen Belgische vluchtelingen naar Nederland.

Keizer Wilhelm

Op meerdere momenten in de Eerste Wereldoorlog werd onze neutraliteit met moeite gewaarborgd, maar we bleven neutraal en onbezet. Toen in 1918 het doek voor Duitsland viel, vroeg de Duitse keizer op 10 november 1918 asiel aan in Nederland. De Nederlandse regering verleende hem dit, waarna hij tijdelijk op Kasteel Amerongen mocht verblijven en later op Huis Doorn zou gaan wonen. Deze toestemming werd Nederland door de geallieerden niet in dank afgenomen.  

Bronnen en meer lezen

- Kijk Utrechtse Vertellingen GREBBELINIE op YouTube
- Op Geschiedenislokaal Utrecht WO1 staan voor het voortgezet onderwijs historische bronnen en opdrachten over de provincie Utrecht tijdens de Eerste Wereldoorlog.