Zand uit Vinkeveen voor woningbouw in Amsterdam

4min

In 1957 kreeg de gemeente Amsterdam toestemming om in de Vinkeveense Plassen zand te winnen dat nodig was voor woningbouw in de Bijlmermeer. De gemeenten Vinkeveen & Waverveen, Abcoude en de waterschappen in het gebied voorzagen echter grote milieuproblemen als de zandwinning zou plaatsvinden.

Zij trokken gezamenlijk op om via bezwaar- en beroepsprocedures de zandwinning te stoppen. Exemplarisch voor het geschil is een telegram van de gemeente Vinkeveen & Waverveen dat daags na het ineenzakken van één van de zandeilanden in de plassen werd verstuurd aan Gedeputeerde Staten van Utrecht en waarin werd opgeroepen de zandwinning te staken.

Door het uitdiepen van de plassen zouden de golfslag en kracht van het water sterk toenemen, wat zou leiden tot het afkalven van kades en schoeiingen en zelfs het verdwijnen van complete eilandjes die in de plassen gelegen waren. Andere bezwaren waren mogelijke grondverzakkingen, het gevaar voor de watersport dat de nieuwe situatie zou opleveren, de verslechtering van de waterkwaliteit en verzilting van het water. De gemeenten Abcoude en Vinkeveen & Waverveen gingen daarom samen met enkele waterschappen in beroep tegen de door Gedeputeerde Staten van Utrecht verleende ontheffing die de ontzanding mogelijk maakte.

Wijziging van de plannen

De oorspronkelijke plannen werden al na enkele jaren gewijzigd. Waar eerst slechts tot 30 meter onder NAP gewonnen mocht worden, verzocht de gemeente Amsterdam tot wijziging van de ontheffing om tot 60 meter onder NAP te kunnen afgraven. Dit zou volgens Amsterdam niet tot problemen met golfslag of stromingen in de plassen leiden. De vele onderzoeken die naar de situatie gedaan werden, kwamen echter tot verschillende conclusies, waarmee de gevolgen voor natuur en milieu ongewis bleven. De diepte waarop zand gewonnen zou worden werd na gesprekken door de gemeente Amsterdam en Gedeputeerde Staten van Utrecht beperkt tot 50 meter, maar ook hiermee gingen de gemeenten Vinkeveen & Waverveen en Abcoude niet akkoord. Men ging dan ook in beroep tegen de toestemming die de Provincie Utrecht in 1968 gaf voor de zandwinning tot 50 meter.

Zandeiland 8 zakte in elkaar toen daar op 50 meter diepte zand werd gezogen.

Verzakkingen

Dat de geuite bezwaren van de gemeenten Abcoude en Vinkeveen & Waverveen reëel waren bleek op 12 augustus 1975. Toen zakte één van de bij de zandwinning in de plas gecreëerde eilanden, Zandeiland 8, in elkaar toen daar op 50 meter diepte zand werd gezogen. Eerder waren er echter ook al bij het zandwinnen op 30 meter diepte maar liefst negen keer kleinere verzakkingen geweest. Het in de diepte verdwijnen van Zandeiland 8 zorgde voor grote beroering en gaf aanleiding tot een noodtelegram waarbij de gemeente Vinkeveen & Waverveen aan de Gedeputeerde Staten van Utrecht verzocht de zandwinning in de plassen onmiddellijk te laten staken. De zandwinning werd ook tijdelijk stopgezet na het incident. In november 1975 trok de gemeente Amsterdam uiteindelijk het verzoek aan Gedeputeerde Staten van Utrecht in voor verdere zandwinning.

Geschreven door Wouter van Dijk RHC Vecht en Venen

Aanvullende informatie