Paus Adrianus VI van Utrecht komt in opstand

5 min

Adrianus was de enige Nederlandse paus ooit. Hij was een internationaal bekende Utrechter die alle groten der aarde van die tijd kende: Karel V, Luther, Erasmus…. Hij verzette zich tegen bepaalde praktijken binnen de katholieke kerk. Dat werd hem niet door iedereen in dank afgenomen. Hoe kon hij zo belangrijk worden en wat heeft hij bereikt? Een verhaal over één van de meest invloedrijke Utrechters uit de geschiedenis.

Feest in Utrecht! De klokken luiden meerdere dagen en er is muziek op het stadhuis. De bruggen worden verlicht met teertonnen en de kanunniken van Oudmunster delen gratis brood en graan uit en schenken een borrel. Twee gevangenen krijgen gratie onder de voorwaarde dat ze een bedevaartstocht naar Rome maken. In een plechtige optocht lopen de belangrijke Utrechters vol trots met portretten van de nieuwe paus: de Utrechter Adrianus Floriszn, oftewel paus Adrianus VI.

De barbaar van het Noorden

De intrede van de paus in Rome op 29 augustus 1522 was een stuk minder feestelijk. Het was snikheet en de pest heerste. De meeste kardinalen waren de stad uit gevlucht, maar Adrianus reed rustig op een ezel van de haven naar de stad. Hij werd begroet onder de spottende opmerking: ‘Een barbaar aan de poorten van Rome’.

Adrianus trof een bende aan. Zijn voorganger Leo X was een feestbeest en kunstliefhebber: deze combinatie had tot een lege schatkist geleid. Adrianus gooide het roer radicaal om. Hij leefde zelf sober als een monnik, en verwachtte van zijn hofhouding hetzelfde. Er kwam een einde aan de feesten en overvloedige maaltijden en hij dreigde zelfs het plafond van de Sixtijnse kapel, dat Michelangelo had beschilderd, te laten witten omdat er naakten in voorkwamen.

Tot zijn eerste maatregelen hoorde het verbod op baarden voor de kardinalen (te ijdel) en ze mochten ook al geen wapens meer dragen. Ook was hij voor de afschaffing van de gele puntmutsen voor de Joodse lijfartsen. Hij probeerde de aflatenhandel en het onbeperkt asiel verlenen aan misdadigers te beperken. Dit alles viel niet in goede aarde, zijn bevelen werden vaak genegeerd. 

Hij dreigde zelfs het plafond van de Sixtijnse kapel, dat Michelangelo had beschilderd, te laten witten omdat er naakten in voorkwamen.

Kerkelijke hervormingen

Luther viel de misstanden in de kerk aan en de kardinalen weigerden te hervormen. In zijn ‘Instructio’ verdedigt Adrianus de kerk tegen de beschuldigingen van Luther. Adrianus schrijft: ‘Wij weten dat er in deze Heilige Stoel al gedurende enkele jaren veel verwerpelijk is geweest, misbruik in geestelijke zaken, overdaad in benoemingen, […]’. Hij erkent dat de kerk ‘in hoofd en ledematen’ ziek is, maar Luther was niet onder de indruk en noemde hem ‘de ezel uit de hogeschool van Leuven, uit wiens mond de Satan spreekt’.

Adrianus was de eerste paus die de misstanden in de kerk erkende, maar er was te veel tegenstand vanuit de kerk en vanuit de Romeinse bevolking. Hij heeft niet veel bereikt: hij had nauwelijks medestanders en vooral te weinig tijd. Ruim een jaar na zijn intrede, op 14 september 1523, overleed Adrianus na een poos ziek te zijn geweest. De Romeinen waren blij: op de deur van de lijfarts die hem niet had kunnen helpen, werd een krans gespijkerd met de tekst ‘Voor de bevrijder van het vaderland’.

Altijd heimwee naar Utrecht

Adrianus was op 2 maart 1459 in de Brandsteeg in Utrecht geboren als zoon van Floris Boeyens en Geertruid. In 1476 ging hij studeren in Leuven en werd hoogleraar. Vanaf 1507 verbleef hij veel aan het hof van landvoogdes Margaretha van Oostenrijk in Mechelen, waar hij de leermeester was van de jonge keizer Karel V. In Utrecht werd hij in 1514 benoemd tot proost - de hoogste geestelijke - van Oudmunster (de Sint-Salvatorkerk, die naast de Domkerk stond). In 1515 reisde hij naar Spanje om daar Karels troonopvolging te regelen, en werd hij regent van Karel V en bisschop in Spanje.

In Spanje hoopte Adriaan steeds op terugkeer naar Utrecht en kocht daarom op 25 april 1517 vanuit Spanje een huis. Hij was zeer blij met zijn aankoop: ‘De Heer gaf mij dat huis, dat mij liever was dan alle andere huizen te Utrecht.’ Dit huis, het Paushuize, heeft hij echter nooit gezien.

Wat rest er nog in Utrecht behalve het Paushuize? Er is een lantaarnconsole van de kroning bij Oudegracht 265, ongeveer op de plek waar zijn geboortehuis stond, en sinds 2015 een standbeeld op de Pausdam.

Bron

Verweij, M. (2011). Adrianus VI (1459-1523): De tragische paus uit de Nederlanden. Antwerpen: Garant.

Geschreven door IJbeling Hartog Schrijfteam UtrechtAltijd Ontdek alle verhalen van deze schrijver