Het bronzen zwaard uit de Vaartse Rijn
Tegenwoordig is onze hele provincie bewoonbaar. Maar in de prehistorie zag het landschap er heel anders uit en kon je lang niet overal permanent verblijven. Hoe leefden de eerste pioniers in het natte westen? Dat gebied leek voor bewoning niet zo geschikt. Toch zijn er interessante archeologische vondsten gedaan uit die vroege periode.
Twee jongens vonden in 1946 een zeldzaam bronzen zwaard in de modder bij de Vaartse Rijn. Het moet rond 1800 voor Chr. gemaakt zijn. Door de vondst weten we dat er al ver voor onze jaartelling in deze streken mensen woonden. Het westen van onze provincie bestond grotendeels uit moerassige veengronden, die veel te vochtig waren om er permanent te kunnen wonen. Huizen bouwden deze vroegste inwoners dan ook op de oeverwallen langs de rivieren de Hollandse IJssel en Oude Rijn. Die oeverwallen lagen iets hoger in het landschap en vormden een stevige ondergrond van zand en grind. Dat was daar door de rivieren tijdens overstromingen afgezet.