De heggen en hagen van Utrecht
Heggen zijn een prachtig en boeiend onderdeel van ons landschap. Ze behoren tot een van de oudste landschapselementen van ons cultuurlandschap. De afgelopen eeuw zijn veel van deze ‘doornenhagen’ verdwenen en voor een deel vervangen door prikkeldraad. Is de heg nu afgeschreven?
Nee, want wandelend of fietsend door het Kromme Rijngebied en de Gelderse Vallei zien we in het voorjaar nog steeds veel sleedoorn, meidoorn, rozen en vlier bloeien. En in het najaar kleuren bessen, bottels en bramen de omgeving. Bovendien zijn heggen voor veel dieren een ideale leefomgeving. Insecten in allerlei vormen en kleuren, zangvogels, roofvogels, kikkers, muizen en dassen vinden er hun onderkomen.
De heg als verdedigingslinie
Al meer dan 2000 jaar geleden vinden we in West-Europa dichte netwerken van heggen. Julius Caesar laat in het dagboek van zijn Gallische Oorlogen in 57 voor Chr. optekenen dat zijn leger in het centrale deel van het huidige België niet opschiet omdat de lokale bevolking (de Nerviërs) een landschap vol ondoordringbare heggen hebben gemaakt. De heg als verdedigingslinie, we komen het ook later in de geschiedenis veelvuldig tegen. In de loop van de eeuwen echter zijn heggen toch vooral als perceelscheiding, veekering (om vee binnen de percelen te houden) en leverancier van hout gebruikt. In gebieden waar heggen op en rond het boerenerf een belangrijke rol hebben, ontstaan in Nederland en in andere delen van Europa netwerken van heggen met bomen en kruidenrijke zomen.