Priester Koos Putman en de slaafgemaakten van Curaçao
De slavernij werd in 1863 afgeschaft, maar al eerder waren er tegengeluiden. Soms kwamen die uit onverwachte hoek, bijvoorbeeld van nazaten van mensen die rijk waren geworden dankzij arbeid van slaafgemaakten. Eén van die mensen was de Utrechtse priester Koos Putman.
Jacobus Josephus Putman, beter bekend als Koos Putman, was de kleinzoon van de tabakshandelaar Josephus Putman. Putman senior vestigde zich in 1781 in Oudewater. In het pand Wijdstraat 9 begon hij zijn tabaksimperium. De beste tabak kwam in deze tijd van de koloniën en werd geproduceerd door tot slaaf gemaakten. Niettemin, tussen 1795 en 1812 moest Putman het doen met inlands geteelde tabak vanwege de oorlog met Engeland. Zonen Jan en Willem zetten de tabakshandel en de tabakskerverij voort en breidden dat nog uit met een koffiebranderij. Jan trouwde met Aletta van Dam en Jacobus Josephus was hun oudste zoon: hij werd geboren op 4 januari 1812. Hij ging in 1832 naar het seminarie in ’s Herenberg en kreeg op 10 augustus 1836 zijn priesterwijding.