Slavernijverleden van de provincie Utrecht

Priester Koos Putman en de slaafgemaakten van Curaçao

4min

De slavernij werd in 1863 afgeschaft, maar al eerder waren er tegengeluiden. Soms kwamen die uit onverwachte hoek, bijvoorbeeld van nazaten van mensen die rijk waren geworden dankzij arbeid van slaafgemaakten. Eén van die mensen was de Utrechtse priester Koos Putman.

Jacobus Josephus Putman, beter bekend als Koos Putman, was de kleinzoon van de tabakshandelaar Josephus Putman. Putman senior vestigde zich in 1781 in Oudewater. In het pand Wijdstraat 9 begon hij zijn tabaksimperium. De beste tabak kwam in deze tijd van de koloniën en werd geproduceerd door tot slaaf gemaakten. Niettemin, tussen 1795 en 1812 moest Putman het doen met inlands geteelde tabak vanwege de oorlog met Engeland. Zonen Jan en Willem zetten de tabakshandel en de tabakskerverij voort en breidden dat nog uit met een koffiebranderij. Jan trouwde met Aletta van Dam en Jacobus Josephus was hun oudste zoon: hij werd geboren op 4 januari 1812. Hij ging in 1832 naar het seminarie in ’s Herenberg en kreeg op 10 augustus 1836 zijn priesterwijding.

Missionaris op Curaçao

In 1837 vertrok Koos Putman als missionaris naar Curaçao. Curaçao was het eiland van Tula, de leider van de bloedig neergeslagen slavenopstand in 1795. Het zou nog jaren duren voordat de slavernij werd afgeschaft. Maar Koos Putman, de zoon van een familie die rijk was geworden dankzij de slavernij, ging zich op Curaçao inzetten voor de afschaffing van de slavernij. Hij schreef petities aan koning Willem I. Hij maakte zich ook hard voor scholing van de tot slaaf gemaakten. Op die manier zouden zij immers na de afschaffing van de slavernij betere kansen hebben op werk. Hij drukte lesmateriaal in het Nederlands en het Papiamento. In 1848 kwam zijn jongste zus Johanna Adriana hem helpen en stichtte een school voor meisjes in Santa Rosa. In 1849 schreef Putman in een brief dat ruim 150 zwarte meisjes dagelijks onderwijs volgden. Zijn zus ging ook bij tot slaaf gemaakten op bezoek. Putman schreef: ‘gewoon door de blanken vernederd en veracht te worden, staan zij verstomd, eene blanke jonge dame hunne ellendige hutten te zien binnen treden, hulp en vertroosting te brengen’.

Verbannen van Curaçao

Met zijn inzet voor emancipatie van de slaven leverde Putman in feite kritiek op de bisschop van Curaçao, die dit wilde uitstellen. Er was ook een ander geschil, over de opleiding van priesters op het eiland door de bisschop. Putman was er ook niet van gediend dat de bisschop samenleefde met zijn huishoudster. Maar de genadeslag was het overlijden van Johanna Adriana Putman in 1853. Putman keerde terug naar Nederland, officieel ‘vanwege zijn gezondheid’. Hij kreeg een aanstelling als pastoor, eerst in Cabauw en later in de Onze-Lieve-Vrouwekerk aan de Biltstraat in Utrecht. Koos Putman overleed op 8 mei 1883 en werd begraven in zijn geboortestad. De uiteindelijke afschaffing van slavernij heeft hij gelukkig dus nog meegemaakt.

 

Bronnen

- In de Collectie Rijsenburg (HUA toegang 17) bevinden zich brieven, reisverslagen en foto’s van hem (inventarisnummers 684-687).
- Wim Rutgers e.a., ‘Jacobus Putman. Godsdienst, taal en onderwijs op Curaçao in de negentiende eeuw’, uitgegeven door de University of Curaçao, 2016.

 

Geschreven door Nettie Stoppelenburg Vakspecialist bij Het Utrechts Archief, historica en schrijver. Ontdek alle verhalen van deze schrijver

Extra info