Ridders en jonkvrouwen op de Neude: een riddertoernooi in Utrecht

4 min

Stel je voor: de Neude een grote zandbak, met palen eromheen met prachtig gekleurde vaandels, en tribunes aan de zijkant met juichende mensen. In het midden twee ridders op grote paarden met blinkende harnassen met sjaaltjes van hun jonkvrouwen op hun helm. Ze gaan elkaar te lijf met meterslange lansen. Een echt spektakel!

Net als in de film, maar dit gebeurde echt op de Neude in de Middeleeuwen. Al in 1396 was er een riddertoernooi, en tot 1450 werden er regelmatig op vastenavond toernooien gehouden. Oorspronkelijk bedoeld als oefeningen, een soort vriendschappelijke wedstrijden. Van het toernooi van 10 september 1441 weten we wat meer dankzij de rekeningen en plannen die we er nog van hebben. Dit moet het grootste en mooiste toernooi ooit zijn geweest in Utrecht. Hoge edelen van ver uit het buitenland waren te gast. Organisator was jonker Jacob van Gaasbeek, heer van Wijk bij Duurstede en één van de rijkste edellieden.

De voorbereiding

De Raad van Utrecht was er maar druk mee. De Neude moest klaar gemaakt worden voor de feestelijke strijd. Het plein werd van schoon zand voorzien – het was nog niet bestraat. Hiervoor waren maar liefst 326 karrenvrachten zand nodig. Er werd een reglement uitgevaardigd om alles netjes te laten verlopen. Herbergiers moesten precies opgeven wie er bij hen logeerden. Het werd uitdrukkelijk verboden om met bedekt gezicht (neergelaten vizier) in de stad rond te lopen. Ook werd bepaald dat niemand “onsedicheit” mocht bedrijven. Iedereen werd gewaarschuwd zijn kinderen goed in de gaten te houden. Maar eventuele ongelukken bij het toernooi waren voor eigen risico. Alle hoge gasten werden met stads-eerewijn begroet. Voor zichzelf huurde de Raad kamers om een goed uitzicht te hebben.

De Neude moest klaar gemaakt worden voor de feestelijke strijd. Het plein werd van schoon zand voorzien – het was nog niet bestraat.

Het strijdtoneel

De toernooibaan op de Neude was omringd met pilaren waaraan de wapenschilden van de deelnemende ridders hingen. Deze herkenningstekens droegen de ridders ook op hun schilden. Langs de lange zijde van het speelveld was een toneel met troonhemel opgericht voor alle hoge gasten. De ridders betraden onder trompettengeschal het strijdperk. Jonkvrouwen hielden hun sjaaltjes klaar om hun favoriete ridders mee te belonen. De weddenschappen konden worden ingezet.

Het feest

De zwaar bepantserde ridders probeerden elkaar met stompe lansen van het paard te stoten. De lansen waren gemaakt van splinterbaar hout. Het was een voltreffer als de ridder op de borst werd geraakt: de ridder viel van zijn paard en kwam door zijn veel te zware wapenrusting niet meer overeind. Er waren meer dan vijftig helmen (deelnemers) in de baan, onder wie de heer van Brederode, de heer van Culemborg en zijn zoon, de heer van Lalaing, de burggraaf van Montfoort. Wie er gewonnen heeft, is niet bekend. In het algemeen deed men mee voor de eer en soms voor geld. Er waren zelfs rondreizende ridders die van toernooien leefden.

De beroemde deelnemers konden toen nog niet vermoeden, dat ze enkele jaren later echt tegen elkaar zouden vechten, en dat dit voor Van Gaasbeek niet goed zou aflopen...

Geschreven door IJbeling Hartog Schrijfteam UtrechtAltijd Ontdek alle verhalen van deze schrijver

Bronnen

Broese Kemink/ Waanders. (1984-1984). Ach lieve tijd. Dertien eeuwen Utrecht en de Utrechters. Utrecht: Broese Kemink/ Zwolle: Waanders. (p 158)

Bruin, R.E. de, e.a. (2000). "Een paradijs vol weelde". Geschiedenis van de stad Utrecht. Utrecht, Matrijs/ Het Utrechts Archief. (p 174)

Janse, Antheun. (2001). Ridderschap in Holland: portret van een adellijke elite in de late middeleeuwen. Hilversum: Verloren. (p 337 ev).

Gerrit Jansen, Gerrit en Kees Visser. (2010). Stadsplein Utrecht. Een zoektocht. Utrecht: Gusto

Utrechtsch Nieuwsblad (1927 24 december). Elck wat wils. (p 13), geraadpleegd via Het Utrechts Archief.  

Aanvullende informatie