Slangen en fabelwezens in de Vroege Middeleeuwen
Herten, konijnen, zeepaardjes, vogels en vele andere dieren. Mantelspelden uit de Vroege Middeleeuwen liepen in vorm en versiering sterk uiteen. Maar het gebruik van dieren zien we als terugkerend thema. Daar horen ook fabelwezens bij. Aan de hand van een mantelspeld, gevonden in het Kromme Rijn-gebied, gaan we de (mythologische) dierenwereld in van de Merovingers. Archeoloog Lennart de Bakker neemt ons mee in deze aflevering van Vondst van de Schervendokter.
De mantelspeld is één van de meest modegevoelige voorwerpen, per periode lopen ze in uiterlijk sterk uiteen. Vanaf de bronstijd tot en met de Vroege Middeleeuwen waren mantelspelden belangrijke sieraden in het dagelijks leven. Ze werden gebruikt voor het dichtspelden van de cape, jurk of andere kledingstukken. Naast praktisch, waren deze mantelspelden (fibulae) bij uitstek geschikt om te laten zien hoe rijk je was.
Een typische vorm die we in de Merovingische tijd tegenkomen is de zogenoemde S-fibula. In het Utrechtse gebied zijn er tientallen exemplaren bekend vanuit het Merovingische grafveld op de Donderberg in Rhenen. Ook worden ze van tijd tot tijd rondom de Utrechtse heuvelrug door zoekers met een metaaldetector gevonden. Deze mantelspelden werden voornamelijk gedragen door dames en waren vaak voorzien van dierenmotieven. Schuilt daarachter een betekenis?