Snuiven en roken
Vanaf 1615 begon de commerciële tabaksteelt in Amersfoort. Die teelt verspreidde zich naar Amerongen, Elst en Rhenen, maar ook in de omgeving van De Bilt werd hier en daar tabak gekweekt. De kwaliteit van de Nederlandse tabak was niet zo hoog, maar wel voldoende voor pijp- en snuiftabak.
De tabaksplant is afkomstig uit Noord- en Zuid-Amerika. Van daaruit is hij meegebracht naar Europa door kolonisten. In Nederland werd tabak onder andere verbouwd op de warme zuidhellingen van de Utrechtse Heuvelrug. Ten zuiden van Amersfoort, maar ook rond Hoogland, stonden talrijke tabaksschuren, waar de tabaksbladeren werden gedroogd. Bij Rhenen en Amerongen staan nog verschillende houten tabaksschuren, de laatste getuigen van een ooit bloeiende tabaksteelt. Ze zijn goed te herkennen aan de ventilatiestroken. Na 1800 ging de tabaksteelt teloor door Indische concurrentie.