De Koude Oorlog in de provincie Utrecht

Stars and stripes in Soesterberg: ‘Alles wat wielen had, moesten wij rijden’

4 min

Veertig jaar lang, van 1954 tot 1994, wapperde de Amerikaanse vlag op Vliegbasis Soesterberg. Met de komst van de Amerikanen naar Soesterberg kwamen ook de Amerikaanse invloeden naar het dorp. Als chauffeur voor de Amerikaanse luchtmacht heeft Carl Verbeek uit Soesterberg de halve wereld gezien. In Europa vervoerde hij mensen en materieel tussen bijna alle Amerikaanse bases. Hij vertelt over zijn ervaringen.

‘Ik ben opgeleid als timmerman. En in 1973 werd ik dienstplichtig militair. Ik ben toen opgeleid tot brandweerman en gestationeerd op de Vliegbasis Soesterberg. Daar moesten we oefenen met brandweerwagens op vliegtuigen.'

Chauffeur bij de Amerikanen

‘Ik zat er net één jaar toen ik een vierjarig contract heb getekend als Kort Verband Vrijwilliger. Dat heb ik nog twee keer een jaar verlengd. Daarna ben ik er 3 maanden uit geweest. Toen ben ik in 1980 begonnen bij de Amerikanen, als burgerchauffeur tot 1994. Wij waren officieel als burger in dienst bij het Ministerie van Defensie en werden uitgeleend aan de Amerikanen. Bij de Amerikanen kwamen we terecht in de ‘Motorpool’ of ‘Transportation’ en werkten we voor het 32 Tactical Fighter Squadron. Alles wat wielen had moesten wij rijden: schoolbussen, vorkliften, pickup-trucks, diepladers, hijskranen.’

Wij waren officieel als burger in dienst bij het Ministerie van Defensie en werden uitgeleend aan de Amerikanen.

Carl Verbeek

Prachtig en afwisselend werk

‘Ik kreeg vele onderscheidingen als een veilig en ervaren chauffeur. Het was prachtig werk, erg afwisselend, nooit hetzelfde. De ene dag reed ik op de shuttle-bus van het Wallaard Sacré Kamp naar de Chow Hall, een cafetaria, of naar de slaapbarakken. Wij reden shuttle-busjes ‘s morgens, tussen de middag en ‘s avonds. En de volgende dag kon je in een vrachtwagen zitten met een F-4-motor 'effe naar Duitsland' of naar Denemarken of naar Engeland met de boot mee. Een andere keer moesten we met spoed vanuit Sardinië terug vanwege die Golfoorlog met een C-141, zo’n joekel van een vliegtuig. Rechtstreeks naar Soesterberg. Al het personeel d'r in en ik in de cockpit, bij de commandant.’

Blijvende contacten

‘Langzamerhand is het contact wel verwaterd natuurlijk. Nu zit iedereen op de Facebookpagina van het 32 Tactical Fighter Squadron. Maar ik typ niet zo veel, heel af en toe maar. Dan druk ik op de knop ‘vind ik leuk’, weet je wel.’

‘Ik ken m'n hele leven al ene Nel Seay, getrouwd met Gene Seay. Een goeie gozer, hij woonde hier achter in het dorp. Ik heb hem bij z'n vertrek geholpen met inpakken. Die twee komen ieder jaar speciaal voor Koninginnedag hier voor de BBQ.’

‘Het was prachtig werk bij ‘Transportation’. Als de Amerikanen terug zouden komen, zou ik als eerste voor de poort staan om te solliciteren!’

Dit verhaal is voortgekomen uit een oral history project van Gebiedscoöperatie O-gen en is eerder als artikel verschenen in SoestNu.

Voor meer verhalen zie: F.J. Stuurman (red.), De verhalen achter Vliegbasis Soesterberg 1954-1994. De invloed van veertig jaar Amerikaanse aanwezigheid op de omgeving (Gebiedscoöperatie O-gen, Scherpenzeel 2016).

Interviewer: Carol Wittkampf