Stars and stripes in Soesterberg: ‘Een volk op zichzelf'
Veertig jaar lang, van 1954 tot 1994, wapperde de Amerikaanse vlag op Vliegbasis Soesterberg. Met de komst van de Amerikanen naar Soesterberg kwamen ook de Amerikaanse invloeden naar het dorp. Rolf Migo was in de periode van 1964 tot 1981 luchtverkeersleider op Vliegbasis Soesterberg en kreeg zodoende met menig Amerikaan te maken. Toch bleef er altijd een afstand tussen ‘wij’ en ‘zij’. Een terugblik.
‘Op de vliegbasis hadden de Amerikanen alle voorzieningen die ze nodig hadden. Zowel voor wat betreft de eerste levensbehoeften als luxegoederen. Ook voor sport en ontspanning hadden ze zelf alles geregeld, waardoor de noodzaak om zich te mengen met de Nederlandse collega’s of plaatsgenoten niet erg groot was. Vrijwel dagelijks landde er een transportvliegtuig van Starlifter op Soesterberg vol levensbenodigdheden voor de Amerikaanse gemeenschap. Op zaterdagmiddag stormden al die Amerikanen uit de omgeving naar Camp New Amsterdam (zoals de vliegbasis door de Amerikanen werd genoemd, red.) om inkopen te doen, naar de kapper of naar de bar te gaan en te sporten met hun eigen voorzieningen. In die zin leefde er een volk op zichzelf. Het was vaak toeval als contacten minder oppervlakkig waren en iets verder gingen. “Hi, hoe gaat het, kom eens langs”, dat was meer een groet.’
‘In mijn begintijd als luchtverkeersleider werd er op Soesterberg gevlogen met de F-102 Delta Dagger, door ons 'deuce' genoemd. Die werd in het najaar van 1969 vervangen door de F-4E Phantom. Een kenmerk van de Amerikaanse Phantoms was dat ze een zwarte rookpluim achter zich aan hadden. En dat vloog dan boven Den Dolder, Bosch en Duin, gedurende de start dan wel de nadering.’