Stars and stripes in Soesterberg: 'Superioriteitsgevoel zit in de aard van het beestje’
Veertig jaar lang, van 1954 tot 1994, wapperde de Amerikaanse vlag op Vliegbasis Soesterberg. Met de komst van de Amerikanen naar Soesterberg kwamen ook de Amerikaanse invloeden naar het dorp. De gepensioneerde helikoptervlieger Ferdinand Schuering werkte lang op de Vliegbasis Soesterberg en ervoer de samenwerking met de Amerikanen als positief. ‘Het waren goede collega’s, maar het moet gezegd: zij voelden zich superieur, dat zit in de aard van het beestje van een Amerikaan. Maar ze waren zich toch donders goed bewust dat zij onder Nederlands commando werkten.’ Een terugblik.
‘Ik ben opgegroeid in Den Haag en gedurende mijn middelbare schooltijd kreeg ik grote belangstelling voor de vliegerij. Een echte jongensdroom. Ik ben toen gaan zweefvliegen en ik heb me aangemeld bij de Koninklijke Luchtmacht om militair vlieger te worden. De vliegopleiding was in Canada. In die tijd was de helikopter vliegerij nog niet zo belangrijk en alle vliegers werden eerst opgeleid tot straalvlieger. Mijn echte helikopteropleiding ontving ik op Vliegbasis Deelen, bij Arnhem.’
Kneuterig en klein
‘Na die opleiding kwam ik bij een helikoptersquadron op Vliegbasis Soesterberg. En dat betekende een verhuizing naar het dorp Soesterberg, in 1976. Vanaf dat moment werkte ik dus dagelijks op de vliegbasis en toen waren de Amerikanen hier natuurlijk al geruime tijd aanwezig. De Amerikanen woonden destijds, zoals ze dat zelf noemden, on the economy. Dat wil zeggen dat zij gebruikmaakten van de woonfaciliteiten die in Nederland te verkrijgen zijn: ze huurden huizen, flats en etages, of woonden in bij mensen. Ze waren hier in eerste instantie met maar 1.500 militairen. Die kleine omvang vonden ze ook zo leuk. Het was zo kneuterig, het was zo klein.’