De Koude Oorlog in de provincie Utrecht

Stars and stripes in Soesterberg: ‘Wonen aan de rand van de vliegbasis’

4 min

Veertig jaar lang, van 1954 tot 1994, wapperde de Amerikaanse vlag op Vliegbasis Soesterberg. Met de komst van de Amerikanen naar Soesterberg kwamen ook de Amerikaanse invloeden naar het dorp. Mevrouw Vervat vertelt in haar kamer in een verzorgingshuis in Soesterberg over de periode waarin ze met haar gezin in een huisje woonde aan de rand van Vliegbasis Soesterberg. Het plakboek van haar echtgenoot die van 1966 tot 1985 op de Vliegbasis werkte, schenkt zij aan het Archief Eemland.

Mevrouw Vervat vertelt enthousiast over de gezelligheid en vrijheid in de tijd dat haar man op de Vliegbasis Soesterberg werkte als rijksambtenaar bij het 32d T.F.-USAFE en ze op de basis woonden.

Naar de vliegtuigen kijken

‘Het huisje konden we overnemen van een Hollandse militair. Het lag achter het woonwagenkamp. Via het hek liep ik dan met de hond door het kamp naar de winkels in Soesterberg. De mensen van het woonwagenkamp vroegen me wel eens binnen voor een kop koffie. Dan moest je je schoenen uit doen, dat deden zij ook. De kinderen konden heerlijk buiten spelen. Op het kolenhok kijken naar de vliegtuigen, klimmen in de appelboom. We moesten wel opletten, ze mochten niet op de basis komen, dat was te gevaarlijk en er was geen afscheiding. Vaak kwam er een Amerikaan met de sleutels van de dump en mochten de kinderen spelen in de oude auto’s en bussen. Na afloop zagen ze eruit als een schoorsteenveger.’

Zij mochten in de Amerikaanse winkels kopen en dan vroeg ik ze om iets mee te nemen: lekkere Maxwell koffie en karnemelk. Sigaretten, allemaal belastingvrij, 70 cent een pakje, geloof ik.

Mevrouw Vervat

Amerikaanse huurders

‘Een kamer met keukentje verhuurden we aan Amerikaanse soldaten. Het waren nette jongens. Ze bleven niet zo lang, want werden na een paar jaar overgeplaatst. Het was gezellig met de Amerikanen. ’s Avonds kwamen de jongens kaarten bij ons. Zij mochten in de Amerikaanse winkels kopen en dan vroeg ik ze om iets mee te nemen: lekkere Maxwell koffie en karnemelk. Sigaretten, allemaal belastingvrij, 70 cent een pakje, geloof ik. Ze hadden goede spulletjes. Alleen de taarten vond ik niet lekker: mier en mierzoet.’

Andere gewoonten

‘Ik sprak wel geen Engels, maar we begrepen elkaar wel. Een keer stond ik in mijn keuken te mopperen en zei: “Jongens dit kan zo niet!” Dan dacht ik dat ik nog iets in de ijskast had en hadden zij het gepakt! Dat vonden ze heel gewoon. Ze waren wel heel gemakkelijk: “Als u iets nodig heeft dan pakt u het maar uit onze ijskast”. Maar ja, dat ben ik niet gewend, dat doen wij niet. Maar ze begrepen het wel en hebben het ook niet meer gedaan.’

‘Ik heb er met plezier gewoond en heb goede herinneringen aan de Amerikanen, maar heb geen contact meer met iemand. Ach, dat gaat zo...’

Dit verhaal is voortgekomen uit een oral history project van Gebiedscoöperatie O-gen en is eerder als artikel verschenen in SoestNu.

Voor meer verhalen zie: F.J. Stuurman (red.), De verhalen achter Vliegbasis Soesterberg 1954-1994. De invloed van veertig jaar Amerikaanse aanwezigheid op de omgeving (Gebiedscoöperatie O-gen, Scherpenzeel 2016).

Interviewer: Ankie van der Wind-Wolff