Steigerend bronzen paard uit de Late Romeinse tijd
Het paard is misschien wel één van de meest gevierde dieren in de Romeinse kunst en cultuur. In het dagelijkse leven waren paarden van groot belang als vervoermiddel, krachtdier en als middel van uiterlijk en militair vertoon. In de archeologie komen we deze symboliek ook tegen in verscheidene voorwerpen, zoals Keltische en Romeinse munten, beslagstukken en mantelspelden. Toch komen hier ook voorwerpen met deze beeltenis langs waarvan archeologen niet altijd precies weten waarvoor deze gebruikt zijn. Zoals dit bronzen paardje, met alleen een hoofd. Wat doe je dan als archeoloog? Dat vertelt Alexander van de Bunt in deze aflevering van Vondst van de Schervendokter.
Het vinden van betekenis en functie kan voor sommige objecten een lange zoektocht betekenen door catalogi, museumcollecties, databases en opgravingsverslagen. Zijn er vergelijkbare objecten? Wat is daarover geschreven? Hoe past deze nieuwe vondst binnen een bestaand archeologisch patroon?
Een half paard?
Als eerste hopen we antwoord te vinden op waarom we maar de helft van een steigerend paard hebben en waarvoor dit beslagstuk gebruikt werd. Was het van een wapen, een knop van een Centurion stok, van een rijtuig, kunstwerk, speelgoed of onderdeel van een meubelstuk? Zodoende belandden we in collectie van Museum het Valkhof in Nijmegen, waar we eenzelfde soort paardje aantroffen (gevonden tijdens de opgravingen van de St. Stevenskerkhof in 1883), en overigens het enige andere bekende exemplaar in Nederland. Aan de hand van het gestileerde karakter van het paardje uit het museum, worden beide objecten gedateerd in de vroege 4de eeuw na Chr. Deze werd waarschijnlijk gebruikt als versierstuk van een gebruiksvoorwerp, zoals een ketel, tafel, kast, kandelaar, weegschaal, enzovoorts.