Strijd in Utrecht: Patriotten vs. Oranjegezinden
Eind 18de eeuw nemen de politieke tegenstellingen in Utrecht toe. Aan de vooravond van de Bataafs-Franse tijd heeft stadhouder Willem V de macht in de Republiek. Hij is een nazaat van Willem van Oranje. Zijn aanhangers worden daarom Oranjegezinden of Orangisten genoemd. Met name in het gewest Utrecht heeft hij de zaak stevig onder controle. Hier hebben de Oranjes ook veel bezittingen, zoals in Soest en IJsselstein. Maar er zijn ook steeds meer mensen die ontevreden zijn met het bestuur van Willem V.
Door vriendjespolitiek houdt Willem V de gewesten onder de duim. Aan de top van de hiërarchie staat in elke provincie een luitenant-stadhouder, die op zijn beurt een piramide van gunstelingen samenstelt. Van hoog tot laag worden alleen loyale Oranjegezinden op openbare posten benoemd.
Na 1780 groeit het verzet tegen Willem V. De ontevreden burgers noemen zich patriotten (het Latijnse ‘patria’ betekent vaderland). Ze komen uit alle lagen van de bevolking en laten zich inspireren door de Franse idealen van Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap. Ze zijn tegen het ondemocratische bestuur van de stadhouder en zijn pro-Engelse houding is hen een doorn in het oog. Zeker nu ons land verwikkeld is in de Vierde Engelse Oorlog (1780-1784). Her en der verschijnen oppositionele bladen, zoals De Post van den Neder-Rhijn, die wordt uitgegeven door de Utrechtse patriot Pieter ‘t Hoen. Verder hebben zowel de patriotten als de oranjegezinden hun eigen symbolen. De patriotten dragen insignes met een keeshond en de aanhangers van de stadhouder dragen oranje linten of medaillons met het portret van Willem V.