Niet geschikt voor onderdanigheid

Trijn van Leemput: heldin van de sloop van Vredenburg

8 min

Het is 2 mei 1577. Een grote groep Utrechters trekt met hamers en bijlen naar de dwangburcht Vredenburg. Het kasteel wordt in drie dagen grondig vernield. Volgens de legende deelt ene Trijn van Leemput de eerste bijlslag uit. Zij gaat de geschiedenis in als heldin van de sloop van Vredenburg, een hoogtepunt in de strijd tegen de Spanjaarden. Haar standbeeld staat op de Zandbrug, uitkijkend op de Oudegracht in Utrecht.

Het kasteel Vredenburg wordt tussen 1529 en 1532 in opdracht van keizer Karel V gebouwd. Binnen een jaar na aanvang van de bouw is er al een garnizoen Spaanse soldaten gelegerd. De vesting dient ook als dwangburcht: er worden Utrechters opgesloten die weigeren samen te werken met de Spaanse overheerser. Bovendien moet het kasteel Utrecht en Holland tegen de hertog van Gelre beschermen. Het kasteel verrijst op de plaats van het voormalige Catharijneconvent; de Johannieters verhuizen noodgedwongen naar de Lange Nieuwstraat. De burcht - machtsymbool van de bezetter - is de Utrechtse burgers vanaf het begin een doorn in het oog. Dat wordt erger als de Reformatie meer en meer aanhangers krijgt en de opvolger van Karel, zijn oudste zoon Fillips II, hen met geweld bestrijdt. De Spaanse troepenmacht op Vredenburg wordt versterkt, zeker als de andere Nederlandse gewesten in 1568 in opstand komen tegen Spanje.

Bestorming

Nadat de gewesten in 1576 gezamenlijk besluiten om de Spanjaarden te verjagen, wordt de situatie op Vredenburg grimmiger. Commandoleider d'Avila richt vanaf de burcht kanonnen op de stad, terwijl de burgerschutterij op hun beurt kanonnen richten op het kasteel. Na een slepend beleg vertrekken de Spaanse soldaten en hun gevolg in stilte op 11 februari 1577. De burgers van Utrecht dringen bij hun legerleider Bossu aan op afbraak van het gehate kasteel. Als hij weigert, nemen de Utrechters het recht in eigen hand en bestormen het gebouw. Volgens de overlevering geeft Trijn, de vrouw van hopman Van Leemput, het startsein tot de sloop.

Een vrouw met mannelijke moed begaafd, als eerste de hand sloeg aan de afbraak van het kasteel Vredenburg.

Aernout van Buchell

Bierbrouwerij

Trijn komt voor het eerst voor in de Utrechtse bronnen in 1555 als Catrijn Willem Claeszoensdr., echtgenote van Jan Jacobsz van Leemput. Het echtpaar heeft dan juist een huis aan de Oudegracht gekocht. Tegenwoordig is dit pand nummer 17, 'Die vergulde Craen'. Jan werkt als knecht in de bierbrouwerij van Trijns' broer, iets verder aan de Oudegracht. Hij neemt de zaak van hem over in 1558. Nog weer acht jaar later heeft hij het bolwerk de Morgenster en de molen in pacht voor zijn bedrijf. Jan bekleedt belangrijke functies binnen het gilde en de stad Utrecht. Zo is hij vanaf 1573 onder meer hopman van een burgervendel (schutterij). Jans' naam komt dan ook regelmatig in de archieven voor. Dat geldt niet voor die van Trijn. Haar naam is voornamelijk legendarisch.

De oudste geschreven bron van het verhaal over haar heldendaden is het dagboek van de Utrechtse geleerde Aernout van Buchell, een jongere tijdgenoot van Trijn. Hij schrijft (in het Latijn): “Op 22 juli 1590 overleed Johannes Jacobus van Leemput, bierbrouwer, die veel voor het landsbelang deed uit naam van de burgers, en wiens echtgenote, een vrouw met mannelijke moed begaafd, als eerste de hand sloeg aan de afbraak van het kasteel Vredenburg."

Filmscenario

In het relaas van Johan van Beverwijk, Van den uutnementheyt des vrouwelicken geslachts uit 1643, wordt de korte mededeling van Van Buchell uitgewerkt tot wat welhaast lijkt op een feministisch filmscenario. Daarin verdedigt Trijn zich eerst tegen twee Spanjaarden die haar lastigvallen in hun huis aan de Oudegracht: Eén schopt ze van de trap, de ander zet ze een groot mes op de keel. Als haar man Jan op 2 mei terugkomt van het raadsoverleg waarin de bestorming van de burcht is afgewezen, onderneemt Trijn actie. Ze bindt haar schort aan een bezemstok en gevolgd door een stoet vrouwen met hamers en houwelen zet ze koers naar Vredenburg. Hoe het volksverhaal over haar optreden is ontstaan is niet bekend. Wel dat het is overgenomen door diverse schrijvers en schilders.