Tussen de generaals Pichegru en Molitor, de Franse Tijd in Utrecht

5 min

Tegenover het Louis Hartloopercomplex, aan het voetpad langs de Catharijnesingel staat een monument ter herinnering aan een heugelijk feit. Je ziet hoe in 1813 de Franse troepenmacht door de Tolsteegpoort voorgoed de stad verlaat. Achttien jaar daarvoor waren die Fransen door dezelfde poort binnengemarcheerd en hadden het oude stadsbestuur afgezet. Hoe reageerden de Utrechters op de Franse Tijd?

De pro-Franse patriotten, vanouds ruim vertegenwoordigd in Utrecht, hadden hun hoofdkwartier in het Huis met het IJzeren Hek, aan de Breedstraat 76, nu een rijksmonument. Hun voorman Johan van Lidt de Jeude, ijverde luidruchtig voor gevangenneming van de afgezette bestuurders. Hij vernielde in de Domkerk zelfs een grafmonument omdat zoiets in zijn ogen een aristocratisch machtssymbool was. De Franse generaal Pichegru, afkerig van onrust, liet hem toen ter afkoeling een poosje gevangen zetten. Wel werd het dragen van een lakeienlivrei – als teken van onderdanigheid aan de adel - verboden.

Breuk met het verleden

De stad zuchtte onder de inkwartiering van Franse soldaten die soms vergezeld van vrouwen onderdak en verzorging eisten. Ze betaalden wel iets, maar hun Franse papiergeld werd gewantrouwd. Om de soldaten op hun juiste adres te krijgen werden de voor hun onbegrijpelijke middeleeuwse wijknamen afgeschaft en vervangen door een letter. Zo kwam Wijk C aan zijn naam.

Dansen om de vrijheidsboom

Aanhangers van het oude regime moesten oppassen met steunbetuigingen aan de gevluchte prins van Oranje. Zij werden gegeseld of aan de schandpaal ‘te pronk gezet’. Toch gingen ook zij, al was het uit nieuwsgierigheid, kijken bij het grootse stadsfeest waar de "bevrijding van Nederland" door Frankrijk gevierd werd. Langs overvolle straten trok in de zomer van 1796 een optocht naar de Neude met een maagd in witte oud-Griekse kledij op een zegekar (velen herkenden jongejuffrouw 't Hoen). Daar aangekomen werd een metershoge versierde spar met vrijheidshoed onthuld. 's Avonds werden de huizen geïllumineerd en was er vuurwerk. Een paar jaar later werd de inmiddels verdorde boom vervangen door een vrijheidsbeeld, bijgenaamd ‘Dikke Mie’.

Knellende maatregelen

Nederland werd uiteindelijk gewoonweg ingelijfd bij Frankrijk onder keizer Napoleon Bonaparte zelf. Tijdens zijn bezoek aan Holland in 1811 vereerde hij ook Utrecht dan wel met een bezoek, maar de stad raakte zijn universiteit kwijt, je kon er niet meer promoveren. Door de invoering van nieuwe ‘departementen’ raakte Utrecht zijn status van provinciehoofdstad kwijt. De vele veldslagen van de keizer deden de belastingen almaar stijgen. Het meest gehaat was de invoering van de dienstplicht. Met een loting werd bepaald of je het leger in moest. Alleen rijke zoontjes konden dat afkopen door arme vervangers in te huren. Er ontstonden rellen in de stad waarbij openlijk om Oranje werd geroepen. Toen Napoleon grote nederlagen leed waarbij ook duizenden Nederlandse slachtoffers vielen, was het gedaan met zijn naam en faam.

Het meest gehaat was de invoering van de dienstplicht. Met een loting werd bepaald of je het leger in moest. Alleen rijke zoontjes konden dat afkopen door arme vervangers in te huren.

Het hazenpad

Het was generaal Molitor die na de definitieve nederlaag van de keizer bij Leipzig de aftocht moest blazen in Utrecht. In de nacht van 27 op 28 november 1813 verzamelde hij zijn troepen. Door het lawaai konden de gespannen stadsbewoners de slaap niet vatten. Toen, in alle vroegte, vertrokken de Fransen eindelijk. Door de Tolsteegpoort, langs de Vaartse Rijn naar het zuiden, bestemming Parijs. Net op tijd: in de loop van de middag al meldden zich verkenners van het geallieerde leger aan de Wittevrouwenpoort: drie kozakken te paard. Gelukkig was er welgeteld één Utrechter die Russisch sprak en als gids kon dienen. Een nieuwe tijd brak aan.

Geschreven door Peter van Walstijn Schrijfteam UtrechtAltijd Ontdek alle verhalen van deze schrijver

Bronnen

Martijn van der Burg, ‘Van Stadsuniversiteit tot École Secondaire, de Utrechtse Academie onder Napoleon’, Tijdschrift Oud-Utrecht, aug. 2006.

Renger de Bruin, ‘Revolutieverslag op receptenpapiertjes: het dagverhaal van Hendrik Keetell, 1793-1816’, in: Bijzonder onderzoek: een ontdekkingsreis door de Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek Utrecht, pp. 72 - 77. https://dspace.library.uu.nl/bitstream/1874/298680/1/09_bijz_ond.pdf

Mark van Hattum, Kozakkendag, de bevrijding van Utrecht in 1813 (Kwadraat Utrecht, 1993).

J.H. Isings, Gulden Sporen, deel V (de Vuurbaak Groningen 1976).

Tijdschrift De Navorscher 1895-1905: zoek op: "aanteekeningen over de Bat. omwenteling voornamelijk binnen Utrecht, door een ooggetuige". https://www.dbnl.org/titels/tijdschriften/tijdschrift.php?id=_nav001navo01

Aanvullende informatie