Jan van Scorel en de Utrechtse pelgrims
‘Toen werden wij door zo’n vreugde, door zo’n verrukking aangegrepen, dat wij het hemelse Jeruzalem zelf meenden te aanschouwen’, schreef de latere Utrechtse bisschop Wilbrand van Oldenburg in 1211 toen hij Jeruzalem zag. Vele Utrechtse pelgrims zouden hem nog volgen op reis naar het Heilige Land. Eén van de pelgrims was de beroemde schilder Jan van Scorel, die zijn Utrechtse mede-bedevaartgangers heeft vereeuwigd op meerdere schilderijen.
Arm en rijk gingen op bedevaart naar ‘heilige’ plaatsen: Santiago de Compostella, Rome, Praag of Jeruzalem. De armen te voet, de rijken op een rijdier. En per boot, als dit mogelijk was. Soms niet vrijwillig: een bedevaart doen kon een straf zijn na een misdaad. Maar meestal ging het om mensen die boete wilden doen of wilden genezen van een ziekte.
De pelgrims reisden meestal in groepen langs een vaste route. Onderweg kregen ze gratis eten en onderdak en ze hoefden geen belasting te betalen. Ze werden ook minder vaak beroofd, hier stonden namelijk zware straffen op. Maar een vakantie was het niet: velen kwamen nooit op hun reisdoel. Ze bezweken aan de ontberingen van het maandenlang lopen, de hitte, ziektes en de zeereis. De Utrechtse schepen Willem Arntsz was zo dankbaar voor zijn behouden terugkeer dat hij in 1461 in zijn testament geld naliet voor het Willem Arntszhuis, een ‘dolhuis’ dat nu nog bestaat als psychiatrische instelling.