Veranderende waterlopen van de provincie Utrecht
Waterlopen liggen over het algemeen niet vast. In vroegere tijden konden rivieren flink meanderen en zo steeds een nieuwe weg banen door het landschap. Hoe ga je daar mee om? Onze voorouders hebben zich natuurlijk aangepast aan de risico’s van het landschap. Ze accepteerden overstromingen, maar namen ook de nodige besluiten om het water in hun greep te krijgen en voor hen te laten werken.
De Utrechtse geschiedenis wordt gekenmerkt door een aantal belangrijke rivieren: de Lek, de Kromme Rijn, de Oude Rijn, de Hollandse IJssel, de Eem en de Vecht. Deze rivieren zijn al eeuwenlang in gebruik als belangrijke transportwegen voor voedsel en bouwmaterialen, als waterleverancier voor drinkwater en irrigatie, en als afvoerwegen voor overtollig water en afval. Al deze rivieren hadden nogal eens veranderende waterlopen. Zo begon de Oude Rijn vanaf de negende eeuw sterk te verzanden, wat vrachtvervoer vermoeilijkte. Andere traden sterk uit hun oevers, zoals bijvoorbeeld De Eem deed. Daar ging de mens iets aan doen.