Maritiem erfgoed in de provincie Utrecht

Vreeswijks wel en wee: de binnenvaart van Vreeswijk

6min

Als binnenvaarthaven bij uitstek verwelkomde Vreeswijk vaak leden van het Koninklijk Huis bij feestelijke gebeurtenissen. In 1892 openden Koningin Emma en Prinses Wilhelmina de Koninginnensluis. Prins Hendrik was in 1915 aanwezig toen het eerste schippersinternaat van Nederland de deuren opende. In 1938 werd weliswaar zonder plechtigheid de Prinses Beatrixsluis in gebruik genomen, maar 81 jaar later kwam de naamgeefster alsnog om de openstelling van de derde kolk van de sluis bij te wonen. Wat heeft de binnenvaart Vreeswijk naast Oranjefeesten nog meer gebracht? 

De al uit de Middeleeuwen stammende Oude Sluis in Vreeswijk verschafte schepen uit het noorden van Nederland toegang tot de Lek.

De route van Amsterdam over de Vecht naar Utrecht en door de Vaartsche Rijn naar deze sluis heette de Keulsche Vaart. De sluis was Utrechts bezit. De geüniformeerde sluiswachter had een pet met het wapen van de stad erop en hief een gemeentelijk sluisgeld. Het schutten duurde bij laag water op de rivier lang en wachtende schippers gingen de tijd gebruiken om boodschappen te doen en een borreltje te drinken.

Langs de waterkant ontstond zo bedrijvigheid. Begin negentiende eeuw zaten er slagers, bakkers, schoen- en kleermakers, touwslagers, een zeilmaker en kasteleins. Ook had je er de Vreeswijkse zandschippers. Zij gingen al vanaf vier uur in de ochtend de Lek op om met een baggerbeugel zand te winnen om dat later op de dag in Utrecht te verkopen.

De Koninginnensluis

In 1892 openden regentes Emma en prinses Wilhelmina iets ten westen van de Oude Sluis de naar hen genoemde rijkssluis in het nieuw gegraven Merwedekanaal. Vreeswijk veranderde toen in een internationaal verkeersknooppunt voor de binnenvaart. In drie jaar tijd verdubbelde het aantal passerende schepen. Die waren ook nog eens groter dan voorheen.

In de enkele sluis was alleen maar afwisselend eenrichtingsverkeer van en naar de rivier mogelijk. Het schutten ging dag en nacht door, maar desondanks lagen er wel eens driehonderd schepen voor de sluis te wachten. Twee tot drie dagen of langer. Op de Handelskade langs het Merwedekanaal liep het schippersvolk met boodschappenmandjes aan de arm af en aan. Om naar de kapper te gaan of reparaties aan het schip te laten doen was er ook tijd genoeg. Venters liepen over de kade en over het water voeren de parlevinkers met hun groen-wit geblokte vaartuigen afgeladen met koopwaar. Zo werd de Vreeswijkse winkelstand anderhalf maal zo groot als in vergelijkbare gemeentes. Gouden tijden!

De Prinses Beatrixsluis

Winkeliers op de Oude Sluis maakten zich geen zorgen over de drukte aan de Handelskade. Die lag maar een kleine driehonderd meter naar het westen. Bovendien bleef de Oude Sluis in gebruik bij schippers die de lange wachttijden op het Merwedekanaal ontweken en het Utrechtse sluisgeld op de koop toenamen. Ook de zandschippers bleven de Oude Sluis trouw. Donkere wolken pakten zich echter samen toen in 1938 weer een nieuwe sluis open ging. Deze grote en moderne sluis lag veel verder weg: in het nieuwe Lekkanaal, 800 meter ten oosten van het Merwedekanaal. Deze Beatrixsluis had twee kolken naast elkaar zodat tegelijkertijd in beide richtingen kon worden geschut. Dat werd nu minutenwerk.

Het effect voor het dorp was desastreus. Er werden nauwelijks meer boodschappen gedaan. Omzetten daalden, winkels sloten, personeel werd ontslagen. Utrecht stelde de Oude Sluis buiten gebruik nu daar vrijwel geen schepen meer kwamen. De stil geworden Koninginnensluis beperkte de schutmomenten. De huizen op de Handelskade daalden in waarde. Maatregelen zoals het aanbrengen van trappen en leuningen in de diepliggende Beatrixsluis om ten minste het venten mogelijk te houden haalden niet veel uit.

De derde kolk

De oude tijden van grote drukte in het dorp Vreeswijk zijn voorbij. Maar de band met de binnenvaart blijft bestaan. Het accent ligt nu in het dorp echter op het behoud van het binnenvaarterfgoed. Zo kwam er in 2006 een museumwerf waar op een oude dwarshelling historische schepen gerestaureerd worden. In 2017 werd een derde kolk in de Beatrixsluis aangelegd. Met de komst van de 81-jarige Prinses was dat toch weer een Oranjefeest als vanouds. Vreeswijk is en blijft een schippersdorp.

Literatuur

- Dommerholt, J., Herinneringen aan Jan Beukes, Cronyk de Geyn, vol. 12, nr. 2 (1990).
- Takes, Ch. A. P., De verplaatsing van den scheepvaartweg Amsterdam-Lek en de gevolgen daarvan voor de bevolking van Vreeswijk, Mens en maatschappij, vol. 18, nr. 6 (1942).

 

Geschreven door Peter van Walstijn Schrijfteam UtrechtAltijd Ontdek alle verhalen van deze schrijver

Extra info