Maritiem erfgoed in de provincie Utrecht

Water op de wal van Spakenburg

4 min

In het Eemland van voor de afsluiting van de Zuiderzee in 1932 waren overstromingen geen onbekend fenomeen. De Zuiderzee kon woest en onstuimig zijn. Daardoor stonden delen van de polder in de winter vaak onder water.

Het gebeurde regelmatig dat het water zo hoog stond, dat de haven van Spakenburg overstroomde. Om te voorkomen dat het hele dorp blank kwam te staan, werden stegen afgesloten met zogenaamde schotbalken. De bevolking was bekend met deze vorm van wateroverlast en had ermee leren leven. Heel anders werd het als eens in de zoveel tijd wind en water samenspanden...

De watersnoodramp van 1916

Als de golven tegen de dijken beukten en exact de zwakke plekken wisten te vinden, kon zomaar het hele gebied overstromen en flinke schade ontstaan. Het laatst gebeurde dat in januari 1916. Het was erg stormachtig, waardoor veel water uit de Noordzee richting de Wadden werd gestuwd. Vervolgens stroomde het met het draaien van de wind zo de Zuiderzee in. Deze ongunstige wind stuwde het nog verder omhoog, waardoor in de nacht van 13 op 14 januari op veel plaatsen de dijken overstroomden en op vele plaatsen doorbraken. Niet alleen vielen er gaten in de dijken, op sommige plaatsen stroomde het water er gewoon over heen. Botters in de haven van Spakenburg raakten los van de wal en dreven door het hoge water de havens uit. Niet gehinderd door enige tegenstand ramden ze in op enkele huizen en veroorzaakten zo een enorme schade. Eemnes, Baarn, Hoogland en ook Amersfoort kwamen voor een deel onder water te staan. Het grondgebied van Bunschoten was in zijn geheel overstroomd. In het woeste water kwam veel vee om en de aangerichte schade was enorm. Tachtig mensen raakten dakloos.

De ramp van 1916 was de laatste in een lange rij omdat na 1932 de Afsluitdijk tot op heden heeft voorkomen dat zich nieuwe rampen voordeden.

Afsluitdijk

Een ramp die uitgebreid in boeken, tijdschriften en kranten in beeld werd gebracht en daardoor in het collectieve geheugen bekend is gebleven. De ramp van 1916 was de laatste in een lange rij omdat na 1932 de Afsluitdijk tot op heden heeft voorkomen dat zich nieuwe rampen voordeden. Maar veiligheid is betrekkelijk. Vandaar dat het waterschap nog steeds werkt aan versteviging van dijken en waterkeringen. Daaruit blijkt dat, ook al is het grote gevaar geweken, tot op de dag van vandaag de strijd tegen het water actueel blijft.

De ramp in beeld 

In de vaste tentoonstelling van Museum Spakenburg wordt bij het thema Voor- & Tegenspoed aandacht aan deze overstroming geschonken. Daar wordt de zonnige kant van het leven aan de boorden van de Eem en de Zuiderzee gezet tegenover de schaduwkanten zoals bij overstromingen. Het thema Ervoor & Erna vergelijkt de periode voor en na de afsluiting van Zuiderzee, die een gevolg was van de watersnood van 1916. In de Watersteeg bij het museum is een peilschaal aangebracht waarop de hoogste waterstand in de rampnacht, 3,25 meter boven NAP, is weergegeven. Zo kun je je voorstellen hoe hoog het water op de Oude Schans stond en ook dat het water flink hoog moet hebben gestaan in de ondergelopen gebieden.

Geschreven door Arie ter Beek Museum Spakenburg