De Kei van Amersfoort: een uit de hand gelopen grap

5 min

Een actie die eerst schaamte veroorzaakte, zorgde later voor een mooie bijnaam, een volksverhaal én een -feest dat zelfs buiten de stadsgrens bekendheid vergaarde. Dit verhaal gaat over de Kei van Amersfoort.

Het verhaal van de kei is eigenlijk een uit de hand gelopen grap. Jonkheer en dichter Everard Meyster is in 1661 met een paar vrienden een kroegweddenschap aangegaan: hij wil Amersfoorters zo ver krijgen om een reusachtige steen de stad in te slepen. Vermoed wordt dat die steen - opgestuwd door schuivend ijs uit de laatste IJstijd - bij Soesterberg lag, ongeveer zes kilometer van het centrum van Amersfoort. Hij weegt ruim zevenduizend kilo, is twee meter hoog en vijf meter in omtrek.

Keien trekken

In ruil voor veel bier en krakelingen weet Meyster zijn stadgenoten ervan te overtuigen de kei op een slee naar de Varkensmarkt te slepen. Dat gebeurt op 7 juni 1661 in een optocht, al zingend, maar helemaal zonder gevaar verliep het niet. Zo gaat het verhaal dat een man twee benen verliest als hij onder de kei belandt. ​Maar als de steen dan eenmaal op zijn plek is aanbeland, viert men feest. Vanaf dat moment kennen we Amersfoorters ook als keientrekkers.

Komt trouwe burgers van Amersfoort, Trekt den Kei nu waar hij behoort: Spaart geen krachten op deez schoonen dag, Trekt die eeuwen hier begraven lag. Allen te samen het touw aangevat, Op nu trouwe burgers van de Keienstad.

Op een oude prent is te zien dat er bloemenslingers om de steen hangen en bovenop staat een beeldje van de Griekse godin van de oorlog, Pallas Athene. Maar na een tijdje zien de Amersfoorters in hoe belachelijk ze zich hadden gedragen, helemaal als bekend wordt hoe er buiten de stad gereageerd wordt op deze actie.

Er verschijnen allerlei spotdichten op de 'keitrekkers', want wie trekt er nou een kei het centrum in? Algauw voelen de Amersfoorters zich beschaamd en op last van het stadsbestuur wordt het voorwerp van spot in 1672 dan ook onder de Varkensmarkt begraven.

Op zoek naar de Kei

Pas in 1903 wordt de Kei door toedoen van de Oudheidkundige Vereniging Flehite weer opgegraven. Als de Varkensmarkt moet worden bestraat, schrijft de vereniging een wedstrijd uit om de precieze plaats van de Kei te achterhalen. Na een zoektocht van drie dagen en nachten vindt ene Hendrik de Goede, bijgenaamd 'Spekkie', de steen. Zijn uitroep 'Doaristie!' is beroemd geworden. De teruggevonden steen ligt eerst bij het politiebureau aan de Utrechtseweg, maar sinds 1932 is de Kei te zien aan de Stadsring, bij de Arnhemseweg. Voelen de keientrekkers dan toch enige trots?

De Keistadfeesten

Vanaf 1971 worden er jaarlijks terugkerende Keistadfeesten georganiseerd. Vijf dagen lang is het feest, compleet met historische optocht en bestorming van de Koppelpoort, taptoe, vlooienmarkt en boekenmarkt. Een aantal jaren worden tijdens deze feesten keien uit heel Europa door de stad getrokken die daarna ergens in de stad een plaats vinden. De stenen worden door het speciaal voor het feest uitgenodigde gastland meegebracht. Zo zijn er in Amersfoort keien te vinden uit Engeland, Oostenrijk, België, Zwitserland, Canada, Frankrijk, Italië, Zweden en Joegoslavië. Met het 750-jarige bestaan van Amersfoort in 2009 vindt het Keistadfeest voor de laatste keer plaats.

Nog steeds staat Amersfoort bekend als Keienstad, een naam met een bijzonder verhaal en mooie geschiedenis. Misschien kun je het toch geluk noemen dat Everard Meyster deze weddenschap afsloot?